Posts By :

faam-admin

Toestemming ontslag te vroeg gevraagd voor compensatie transitievergoeding

Toestemming ontslag te vroeg gevraagd voor compensatie transitievergoeding 800 1200 AL Raad & Partners

Bij de beëindiging van de onderneming van een natuurlijke persoon vanwege diens pensionering wordt compensatie van de aan werknemers betaalde transitievergoeding verstrekt. De ondernemer moet in de tweede helft van het kalenderjaar, voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het verzoek om de toestemming is ingediend gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst hebben gehad. Voorwaarde voor compensatie is dat de ondernemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt of zal bereiken binnen zes maanden na de indiening van het verzoek om toestemming om de arbeidsovereenkomst te mogen opzeggen.

Volgens de Centrale Raad van Beroep heeft het UWV terecht geweigerd om compensatie te verstrekken aan een ondernemer, die de ontslagaanvragen voor zijn vijf werknemers ruim acht maanden voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd heeft ingediend.

Bron:Centrale Raad van Beroep| jurisprudentie| ECLINLCRVB20231598, 22/2393 CRTV| 16-08-2023

Terugvragen in ander EU-land betaalde omzetbelasting

Terugvragen in ander EU-land betaalde omzetbelasting 800 533 AL Raad & Partners

Ondernemers, die in 2022 in een ander EU-land btw hebben betaald, kunnen deze btw terugvragen wanneer zij in dat land geen aangifte doen. Een verzoek om teruggaaf over 2022 moet vóór 1 oktober 2023 zijn ingediend. Dat kan via de website van de Belastingdienst: https://eubtw.belastingdienst.nl/netp/. Verzoeken, die later binnenkomen, worden mogelijk niet meer in behandeling genomen. Voor een verzoek om teruggaaf zijn inloggegevens nodig. Wanneer het een eerste verzoek om teruggaaf van btw uit een ander EU-land betreft, moeten inloggegevens worden aangevraagd. Volgens de Belastingdienst kan het enkele weken duren voordat de inloggegevens worden verstuurd.

Voorwaarden verzoek teruggaaf

Om btw uit een ander EU-land terug te vragen moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan:

  • de onderneming is in Nederland gevestigd;
  • de btw heeft betrekking op goederen en diensten die voor met btw belaste bedrijfsactiviteiten zijn of worden gebruikt;
  • de onderneming doet in het EU-land, waar de btw wordt teruggevraagd, geen aangifte voor de btw. Doet de onderneming in het buitenland wel aangifte, dan kan de btw daar als voorbelasting in aftrek worden gebracht.

Verzoek om teruggaaf niet mogelijk

Een verzoek om teruggaaf van btw uit een ander EU-land is niet mogelijk als:
• geen sprake is van ondernemerschap voor de btw; of
• de onderneming uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht.

Behandeling verzoek

De Belastingdienst van het EU-land waar de btw wordt teruggevraagd reageert binnen vier maanden bij beschikking op het verzoek om teruggaaf. Een verzoek kan geheel of gedeeltelijk worden goedgekeurd of afgekeurd. Als het verzoek wordt goedgekeurd, volgt de betaling uiterlijk binnen tien werkdagen na afloop van de termijn van vier maanden.

Drempelbedragen

Voor een verzoek om teruggaaf van buitenlandse btw gelden drempelbedragen. Voor een verzoek over een heel kalenderjaar of het resterende deel van een kalenderjaar geldt een drempelbedrag van € 50. Voor een verzoek over minder dan een kalenderjaar maar over ten minste drie maanden geldt een drempelbedrag van € 400.

Bijlagen bij verzoek

Afhankelijk van het EU-land waar btw wordt teruggevraagd moeten mogelijk facturen of invoerdocumenten worden meegestuurd. Op de website van de Belastingdienst is te vinden welke vereisten gelden per EU-land. Omvat een verzoek om teruggaaf een creditfactuur, dan moeten er mintekens voor het factuurbedrag en het btw-bedrag worden geplaatst zonder spatie tussen het minteken en het bedrag. Een creditfactuur die betrekking heeft op een factuur die in een eerder verzoek om teruggaaf is meegenomen moet aan het eerstvolgende verzoek om teruggaaf worden toegevoegd.

Bron:Belastingdienst| publicatie| 28-08-2023

Besluit belastingplicht van stichtingen en verenigingen

Besluit belastingplicht van stichtingen en verenigingen 800 1205 AL Raad & Partners

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit met beleid over de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van stichtingen en verenigingen gewijzigd. De vorige versie van het besluit dateert van 2005. In de herziene versie is beleid toegevoegd over het criterium "deelname aan het economische verkeer" en is het beleid ten aanzien van het winststreven bij gesubsidieerde instellingen verduidelijkt en verruimd. Daarnaast is beleid opgenomen over de regeling integrale belastingplicht en zijn de vereisten, waaraan een lichaam dat een sociaal belang behartigt, moet voldoen om gebruik te kunnen maken van de fictieve loonkostenaftrek verduidelijkt.

Deelname aan het economische verkeer

Van deelname aan het economische verkeer is sprake als goederen worden geleverd of diensten worden verricht aan derden. Derden kunnen de leden van een vereniging zijn. De volgende criteria zijn van belang voor het antwoord op de vraag of een stichting of vereniging deelneemt aan het economische verkeer:

  1. Bij het verrichten van activiteiten binnen een vaste, besloten groep, is niet snel sprake van deelname aan het economische verkeer.
  2. Dat is anders als eenvoudig kan worden toegetreden tot de besloten groep om tegen betaling goederen of diensten te ontvangen.
  3. Betreft het uitsluitend de algemene belangenbehartiging van de leden, dan is in beginsel geen sprake van deelname aan het economische verkeer.
  4. Worden tegen vergoeding individuele activiteiten verricht ten behoeve van leden en/of derden, dan is sprake van deelname aan het economische verkeer.

Omdat een stichting geen leden heeft zal bij een stichting sneller dan bij een vereniging sprake zijn van deelname aan het economische verkeer.

Winststreven bij gesubsidieerde instellingen

Er is sprake van een winststreven als een instelling met haar activiteit(en) naar verwachting over meerdere jaren bezien positieve resultaten zal behalen. De eventuele exploitatieoverschotten van een gesubsidieerde instelling moeten in aanmerking worden genomen bij de beoordeling of sprake is van een winststreven. Er is geen sprake van een winststreven wanneer een gesubsidieerde instelling behaalde overschotten moet aanwenden overeenkomstig de subsidiedoeleinden of moet terugbetalen aan de subsidieverstrekker.

Het komt voor dat een gesubsidieerde instelling een eigen bijdrage vraagt van degenen voor wie de instelling activiteiten verricht. Ook komt voor dat een instelling naast gesubsidieerde activiteiten dezelfde activiteiten op contractbasis verricht. Deze laatste activiteiten zouden in aanmerking komen voor subsidies als deze worden uitgevoerd in een andere gemeente. Is in deze situaties beperkt sprake van eigen bijdragen of van vergoedingen van gemeenten op contractbasis, dan is onder voorwaarden geen winststreven aanwezig bij de instelling.

Integrale belastingplicht

Stichtingen en verenigingen zijn slechts vennootschapsbelastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijven. Gedeeltelijk belastingplichtige stichtingen en verenigingen, die kwalificeren als culturele ANBI, kunnen onder voorwaarden opteren voor integrale belastingplicht. Daardoor kunnen de resultaten van de niet-ondernemingsactiviteiten worden gesaldeerd met de resultaten van de ondernemingsactiviteiten.

Bron:Ministerie van Financiën| besluit| nr. 2023-11888, Staatscourant 2023, Nr. 23036| 22-08-2023

Woon-werkverkeer met auto van de zaak voor omzetbelasting

Woon-werkverkeer met auto van de zaak voor omzetbelasting 800 487 AL Raad & Partners

De Hoge Raad heeft in 2017 vier arresten gewezen in massaalbezwaarprocedures over de omvang van het privégebruik van een auto van de zaak voor de omzetbelasting. Vervolgens heeft de Belastingdienst een collectieve uitspraak gedaan op de bezwaren. Die collectieve uitspraak houdt in dat de bezwaren op één punt na ongegrond zijn verklaard. De bezwaren zijn gegrond verklaard op het punt van de wijze waarop de werkelijke omvang van het privégebruik kan worden aangetoond. Op dat onderdeel dient de Belastingdienst individuele uitspraken op bezwaar te doen.

Een ondernemer, wiens bezwaar tegen de aangiften omzetbelasting onder de massaalbezwaarprocedure was gebracht, had in zijn bezwaar aangevoerd dat het woon-werkverkeer van de werknemers niet als privégebruik kan worden aangemerkt. Volgens de ondernemer was sprake van een uitzonderingssituatie als bedoeld in het arrest Fillibeck van het Hof van Justitie EU. De werknemers, aan wie een auto ter beschikking was gesteld, hadden de mogelijkheid om thuis te werken. Daarom zouden de ritten van huis naar kantoor niet als privégebruik gelden. Voor de berekening van de omvang van het privégebruik zouden slechts de variabele autokosten in aanmerking moeten worden genomen. Naar aanleiding van de collectieve uitspraak op bezwaar heeft de ondernemer een nadere motivering van zijn bezwaar verstrekt. Daarin heeft de ondernemer zijn hiervoor genoemde standpunten herhaald. De inspecteur heeft geen individuele uitspraak op bezwaar gedaan omdat het naar zijn mening een feitelijke uitwerking van de uitspraken van de Hoge Raad betrof, die deel uitmaakte van de collectieve uitspraak op bezwaar. Tegen de weigering om uitspraak op bezwaar te doen heeft de ondernemer beroep ingesteld. De procedure is uiteindelijk bij de Hoge Raad beland.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in deze procedure geoordeeld dat ondanks de mogelijkheid van thuiswerken het woon-werkverkeer privégebruik vormt. Er doen zich in dit geval geen bijzondere omstandigheden voor waardoor het woon-werkverkeer als zakelijk gebruik zou zijn aan te merken. Verder heeft het hof geoordeeld dat ook de vaste uitgaven voor de auto tot de maatstaf van heffing voor het privégebruik behoren.

De Hoge Raad onderschrijft de oordelen van het hof. Een werknemer kiest zelf zijn woonplaats. Als de werkgever de werknemer in staat stelt om te reizen tussen zijn woon- en werkplaats dient dat privédoeleinden van de werknemer. Dat is alleen anders als het wegens bijzondere omstandigheden nodig is dat de werkgever voor dit vervoer zorg draagt. In zo’n bijzonder geval is het persoonlijke voordeel voor de werknemer ondergeschikt aan de bedrijfsdoeleinden en is daardoor sprake van zakelijk gebruik. De omstandigheid dat werknemers thuis kunnen werken heeft niet tot gevolg dat de belangen van de onderneming van de werkgever eisen dat deze voor het vervoer van de werknemers naar kantoor zorgt wanneer zij niet thuiswerken.

Bron:Hoge Raad| jurisprudentie| ECLINLHR20231094, 20/02469| 17-08-2023

Vermogensetikettering weinig zakelijk gebruikte auto

Vermogensetikettering weinig zakelijk gebruikte auto 800 534 AL Raad & Partners

Volgens de regels van vermogensetikettering bepaalt een ondernemer zelf binnen redelijke grenzen of hij een vermogensbestanddeel tot zijn ondernemingsvermogen rekent of tot zijn privévermogen. De grenzen van de redelijkheid worden overschreden als de ondernemer een zaak, die voor 90% of meer privé wordt gebruikt, tot zijn ondernemingsvermogen rekent. Een personenauto, die zowel voor de onderneming als privé wordt gebruikt, behoort in beginsel tot het keuzevermogen van de ondernemer. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2001 geoordeeld dat een gemengd gebruikte personenauto verplicht ondernemingsvermogen vormt als het aantal privékilometers op jaarbasis minder bedraagt dan 500. Dat is de grens waaronder voor de heffing van inkomstenbelasting geen onttrekking aan het ondernemingsvermogen in aanmerking hoeft te worden genomen.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft onlangs geoordeeld dat een auto, die minder dan 10% zakelijk wordt gebruikt, verplicht privévermogen vormt. Dat het aantal zakelijk gereden kilometers meer dan 500 heeft bedragen, is niet relevant voor de vermogensetikettering. Volgens de Hoge Raad is het hof er terecht van uitgegaan dat het arrest uit 2001 alleen betrekking heeft op de afbakening tussen keuzevermogen en verplicht ondernemingsvermogen. De grens van 500 km geldt niet voor de afbakening tussen keuzevermogen en verplicht privévermogen.

De Hoge Raad merkt nog op dat de rechtsregel uit het arrest van 2001 alleen geldt als het aantal zakelijke kilometers groter is dan het aantal privékilometers. In alle andere gevallen gelden de gebruikelijke regels van vermogensetikettering. Dit betekent dat een gemengd gebruikte auto verplicht privévermogen vormt als het aantal privékilometers op jaarbasis 90% of meer bedraagt van het totale gebruik.

Bron:Hoge Raad| jurisprudentie| ECLINLHR20231096, 21/00744| 17-08-2023

Volgorde van verrekening belasting- en heffingskorting

Volgorde van verrekening belasting- en heffingskorting 800 534 AL Raad & Partners

Uit de Wet IB 2001 volgt dat de verschuldigde inkomstenbelasting over een kalenderjaar bestaat uit de som van de berekende belasting over de inkomens in de drie boxen, verminderd met het bedrag van de heffingskorting. De verschuldigde inkomstenbelasting over het box 1-inkomen wordt verminderd met de belastingkorting voor een omgezet verlies uit aanmerkelijk belang. De gecombineerde heffingskorting kan niet groter zijn dan het gezamenlijke bedrag aan belasting over de drie box-inkomens.

Volgens de Hoge Raad kan uit de parlementaire geschiedenis niet worden afgeleid dat ingeval van verrekening van een verlies uit aanmerkelijk belang de heffingskorting wordt toegepast vóór de belastingkorting. De wetgever heeft bij de vormgeving van de verliesverrekeningsmogelijkheid uitdrukkelijk rekening gehouden met belastingplichtigen die na het beëindigen van hun aanmerkelijkbelangpositie een relatief bescheiden inkomen hebben. Dat is gedaan door de belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang in mindering te brengen op het gecombineerde bedrag aan inkomstenbelasting en premieheffing. Daaruit kan niet worden afgeleid dat in die gevallen de heffingskorting eerst moet worden toegepast. De wetgever heeft bedoeld om de aanmerkelijkbelanghouder dezelfde verliesverrekeningsmogelijkheid te geven als de ondernemer. De verrekening van een verlies bij de staking van een onderneming vindt ook plaats voor toepassing van de heffingskorting.

Bron:Hoge Raad| jurisprudentie| ECLINLHR20231092, 22/03706| 17-08-2023

Gemeente dient op verzoek afschrift van gegevens te verstrekken in WOZ-procedure

Gemeente dient op verzoek afschrift van gegevens te verstrekken in WOZ-procedure 800 533 AL Raad & Partners

Op grond van de Wet WOZ dient de gemeentelijke heffingsambtenaar op verzoek een afschrift te verstrekken van de gegevens, die ten grondslag liggen aan de vastgestelde waarde van een onroerende zaak. Deze wettelijke verplichting kan ook betrekking hebben op gegevens die niet zijn vermeld in het (model)taxatieverslag van de onroerende zaak.

In het bezwaarschrift tegen een WOZ-beschikking verzocht de belanghebbende om toezending van het taxatieverslag, de grondstaffel en de taxatiekaart, voorafgaand aan de hoorzitting. De heffingsambtenaar volstond met toezending van het taxatieverslag. De grondstaffel en de taxatiekaart heeft hij voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage gelegd. De heffingsambtenaar heeft de belanghebbende niet geïnformeerd over de terinzagelegging. Volgens Hof Amsterdam is de heffingsambtenaar niet verplicht om in de bezwaarfase andere stukken aan de belanghebbende toe te zenden dan het taxatieverslag. Voor andere stukken dan het taxatieverslag reikt de verplichting niet verder dan tot terinzagelegging daarvan.

In cassatie oordeelt de Hoge Raad anders. De heffingsambtenaar is verplicht om op een voldoende specifiek verzoek een afschrift van gegevens te verstrekken, die niet in het taxatieverslag zijn opgenomen maar die wel ten grondslag liggen aan de vastgestelde waarde van de onroerende zaak. Aan die verplichting doet niet af dat deze gegevens op de zaak betrekking hebbende stukken zijn, die voorafgaand aan het horen in bezwaar ter inzage moeten worden gelegd. De Hoge Raad merkt op, dat de verplichting ook betrekking kan hebben op gegevens van voor de waardevaststelling gebruikte vergelijkingsobjecten.

Bron:Hoge Raad| jurisprudentie| ECLINLHR20231052, 22/01219| 17-08-2023

Winst bij verkoop perceel grond niet belast als resultaat uit werkzaamheid

Winst bij verkoop perceel grond niet belast als resultaat uit werkzaamheid 800 533 AL Raad & Partners

Het inkomen uit werk en woning wordt belast in box 1 van de inkomstenbelasting. Onderdeel van het inkomen uit werk en woning is het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden. Overige werkzaamheden zijn werkzaamheden die geen belastbare winst of belastbaar loon genereren. Onder werkzaamheid wordt mede verstaan het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal, actief vermogensbeheer te buiten gaat. De Wet IB 2001 bevat geen definitie van het begrip werkzaamheid.

Uit de wetsgeschiedenis kan worden afgeleid dat het gaat om het verrichten van enige vorm van arbeid in het economische verkeer, die is gericht op het behalen van een geldelijk voordeel. Dat voordeel moet beoogd en redelijkerwijs te verwachten zijn. De bewijslast voor een positief resultaat uit een werkzaamheid rust op de inspecteur.

In een procedure voor Hof Den Haag was in geschil of het bij de aan- en verkoop van een perceel tuingrond behaalde voordeel resultaat uit een werkzaamheid vormt. Bepalend daarvoor is volgens het hof of het voordeel redelijkerwijs kon worden verwacht. De inspecteur meende dat dit het geval is. Het is algemeen bekend dat grond met een agrarische bestemming een lagere waarde heeft dan bouwgrond met een woonbestemming. De belanghebbende heeft bij de transacties gebruik gemaakt van de diensten van een adviseur. De belanghebbende stelde dat hijzelf met de verkoper overeenstemming heeft bereikt over de koop van de tuingrond en de woning. De woning wilde hij kopen voor zijn zoon en de tuingrond voor privédoeleinden. Op de tuingrond bevonden zich enkele kassen. De belanghebbende heeft na het bereiken van overeenstemming over de koop de adviseur benaderd vanwege diens expertise op het gebied van de sloop van kassen. Pas nadat het de belanghebbende duidelijk was geworden dat slopen van de kassen duurder zou zijn dan hij had ingeschat, kwam verkoop van de tuingrond aan de orde. Omdat zijn zoon toch niet geïnteresseerd was in de woning is ook de woning in de verkoop betrokken. De prijs voor de tuingrond heeft de belanghebbende afgeleid uit informatie die hij van enkele makelaars heeft verkregen.

Het hof is van oordeel dat de inspecteur niet heeft voldaan aan de op hem rustende bewijslast dat het voordeel was beoogd en redelijkerwijs ook te verwachten. De inspecteur heeft niets gesteld waaruit is af te leiden dat de belanghebbende op het moment van aankoop van de tuingrond een voornemen had tot doorverkoop. De belanghebbende heeft geen handelingen verricht, die gericht waren op het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal actief vermogensbeheer te buiten gaat. Het door de belanghebbende met de verkoop van de tuingrond behaalde voordeel van € 700.000 vormt geen belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden.

Bron:Gerechtshof Den Haag| jurisprudentie| ECLINLGHDHA20231354, BK-23/00048| 11-07-2023

Verduisterde bedragen vormden resultaat uit werkzaamheid

Verduisterde bedragen vormden resultaat uit werkzaamheid 800 532 AL Raad & Partners

De belastingrechter dient in een procedure over een belastingaanslag op basis van de fiscale bewijsregels en aan de hand van de stellingen van partijen en het in het geding gebrachte bewijsmateriaal te beoordelen in hoeverre de aanslag juist is vastgesteld. Dat het oordeel van de rechter in een fiscale procedure in lijn is met een vonnis van de rechtbank in een civiele of een strafrechtelijke procedure betekent niet dat de rechter de fiscale bewijsregels niet juist heeft toegepast.

De Belastingdienst heeft navorderingsaanslagen IB opgelegd over de jaren 2013, 2014 en 2015 aan een wegens verduistering op staande voet ontslagen boekhoudster. Voor het jaar 2016 heeft de Belastingdienst de ingediende aangifte gecorrigeerd bij het vaststellen van de aanslag. De verduisterde bedragen heeft de Belastingdienst aangemerkt als resultaat uit een werkzaamheid. In een civiele procedure is vastgesteld dat de boekhoudster in totaal € 843.000 heeft verduisterd in een periode van zeven jaar. De verduisterde bedragen heeft de boekhoudster niet in haar aangiften IB verwerkt. Tegelijk met de aanslagen zijn vergrijpboeten opgelegd van 25% van de verschuldigde belasting. De rechtbank heeft deze boeten verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Gelet op de omvang van de verzwegen bedragen is de daarover verschuldigde belasting zowel absoluut als relatief aanzienlijk. Volgens Hof Den Bosch is de boekhoudster zich er bewust van geweest dat zij in 2013, 2014, 2015 en 2016 onjuiste aangiften heeft gedaan. Uit haar verklaring in de civiele procedure volgt immers dat zij haar werk meer waard vond dan hetgeen zij aan loon daarvoor ontving. De boekhoudster was zich ervan bewust dat ze de verduisterde bedragen als inkomen in haar aangiften had moeten opnemen, gezien haar stelling dat de bedragen als loon uit dienstbetrekking moesten worden gezien. Het hof constateert dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard omdat de boekhoudster niet de vereiste aangiften heeft gedaan. Dit betekent dat de belastingaanslagen in stand blijven, tenzij is gebleken dat en in hoeverre deze onjuist zijn. De inspecteur is bij het vaststellen van de belastingaanslagen uitgegaan van de in de betreffende jaren overgeboekte bedragen. Daarmee is aan het vereiste dat de aanslagen berusten op een redelijke schatting voldaan.

Naar het oordeel van het hof heeft de boekhoudster bewust het risico aanvaard dat de aanslagen te laag zouden worden vastgesteld. Het hof acht de door de rechtbank vastgestelde boeten voor de jaren 2013 tot en met 2015 passend en geboden en handhaaft deze. De boete voor het jaar 2016 heeft het hof verminderd met 15% wegens overschrijding van de redelijke termijn. Sinds de kennisgeving van het voornemen tot het opleggen van een vergrijpboete tot de uitspraak van het hof is een periode van meer dan 4,5 jaar verstreken. De redelijke termijn van vier jaren tot en met de behandeling in hoger beroep is overschreden met, naar boven afgerond, één jaar.

Bron:Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch| jurisprudentie| ECLINLGHSHE2023468, 21/00861 tot en met 21/00865| 31-01-2023

Verkorting loondoorbetalingsplicht AOW-gerechtigde werknemers

Verkorting loondoorbetalingsplicht AOW-gerechtigde werknemers 800 533 AL Raad & Partners

Op 1 januari 2016 is de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd ingegaan. Deze wet is bedoeld om het voor werkgevers aantrekkelijk te maken om oudere werknemers aan te nemen. Om te voorkomen dat deze wet nadelig uitpakt voor jongere werknemers is overgangsrecht ingevoerd. Dit overgangsrecht is per 1 juli 2023 beëindigd. Dat heeft tot gevolg dat per 1 juli 2023 de loondoorbetalingsplicht voor werknemers, die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, is teruggegaan van 13 naar zes weken. Voor AOW-gerechtigde werknemers, die voor 1 juli 2023 al ziek waren, blijft de loondoorbetalingsplicht 13 weken.

Het vervallen van het overgangsrecht heeft ook tot gevolg dat de re-integratieverplichting voor werknemers, die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, is beperkt tot zes weken wanneer zij op of na 1 juli 2023 ziek zijn geworden.

Het recht op een Ziektewetuitkering van een AOW-gerechtigde werknemer is sinds 1 juli beperkt en is van 13 naar zes weken gegaan.

Het opzegverbod voor zieke werknemers, die de AOW-leeftijd hebben bereikt, eindigt wanneer zij zes weken ziek zijn en herstel niet binnen een periode van zes weken wordt verwacht.

Bron:Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid| wetswijziging| Staatsblad 2023, 169| 23-05-2023
  1. Algemeen

In deze privacyvoorwaarden wordt verstaan onder:

  • Algemene voorwaarden: de Algemene voorwaarden van Verwerker, die onverkort van toepassing zijn op iedere afspraak tussen Verwerker en Verantwoordelijke en van welke Algemene voorwaarden deze privacyvoorwaarden onlosmakelijk deel uitmaken.
  • Verwerker: de Vennootschap onder firma A&L Finance h/o AL Raad & Partners, statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan Multatulilaan 10 te Roosendaal en alle aan gelieerde entiteiten, waaronder maar niet uitsluitend, eveneens Opdrachtnemer.
  • Gegevens: de persoonsgegevens zoals omschreven in Annex 1.
  • Opdrachtgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan Opdrachtnemer opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden, eveneens Verantwoordelijke.
  • Opdrachtnemer: de Vennootschap onder firma A&L Finance h/o AL Raad & Partners, statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan Multatulilaan 10 4707 LZ te Roosendaal eveneens Verwerker.
  • Overeenkomst: elke afspraak tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer tot het verrichten van Werkzaamheden door Opdrachtnemer ten behoeve van de Opdrachtgever, conform het bepaalde in de opdrachtbevestiging.
  • Verantwoordelijke: de Opdrachtgever die als natuurlijk persoon of rechtspersoon aan de Opdrachtnemer, eveneens Verwerker, opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden.
  • Werkzaamheden: alle werkzaamheden waartoe opdracht is gegeven, of die door Opdrachtnemer uit anderen hoofde worden verricht. Het voorgaande geldt in de ruimste zin van het woord en omvat in ieder geval de werkzaamheden zoals vermeld in de opdrachtbevestiging.

 

  1. Toepasselijkheid privacyvoorwaarden
  • Deze privacyvoorwaarden zijn van toepassing op alle gegevens die in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst met Opdrachtgever door Opdrachtnemer worden verzameld voor Opdrachtgever, alsmede op alle uit de Overeenkomst voor Opdrachtnemer voortvloeiende Werkzaamheden en de in dat kader te verzamelen gegevens.
  • Verantwoordelijke is verantwoordelijk voor de verwerking van de Gegevens zoals omschreven in Annex 1.
  • Bij de uitvoering van de Overeenkomst verwerkt Verwerker bepaalde persoonsgegevens voor Verantwoordelijke.
  • Dit is een verwerkersovereenkomst is de zin van artikel 28 lid 3 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waarin de rechten en verplichtingen ten aanzien van de verwerking van de persoonsgegevens schriftelijk is geregeld, waaronder ten aanzien van de beveiliging. Deze verwerkersovereenkomst in ten opzichte van Verantwoordelijke bindend voor deze Verwerker.
  • Deze privacy-voorwaarden maken, net als de Algemene voorwaarden van Verwerker, onderdeel uit van de Overeenkomst en alle toekomstige overeenkomsten tussen partijen.

 

  1. Reikwijdte privacy-voorwaarden
  • Met het geven van de opdracht tot het verrichten van Werkzaamheden heeft Verantwoordelijke aan Verwerker de opdracht gegeven om de Gegevens te verwerken namens de Verantwoordelijke op de wijze zoals omschreven in Annex 1 in overeenstemming met de bepalingen van deze privacy-voorwaarden.
  • Verwerker verwerkt de Gegevens uitsluitend in overeenstemming met deze privacy-voorwaarden, met name met hetgeen is opgenomen in Annex 1. Verwerker bevestigt de Gegevens niet voor andere doeleinden te verwerken.
  • De zeggenschap over de Gegevens komt nooit bij Verwerker te rusten.
  • De Verantwoordelijke kan additionele, schriftelijke instructies aan Verwerker geven vanwege aanpassingen of wijzigingen in de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van bescherming van persoonsgegevens.
  • Verwerker verwerkt de Gegevens enkel in de Europese Economische Ruimte.

 

  1. Verplichting Verantwoordelijke
  • Verantwoordelijke treft de nodige maatregelen opdat persoonsgegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn en als zodanig ook aan Verwerker worden verstrekt.

 

  1. Geheimhouding
  • Verwerker en de personen die in dienst zijn van Verwerker dan wel werkzaamheden voor hem verrichten, voor zover deze personen toegang hebben tot persoonsgegevens, verwerken de Gegevens slechts in opdracht van Verantwoordelijke, behoudens afwijkende wettelijke verplichtingen.
  • Verwerker en de personen die in dienst zijn van Verwerker dan wel werkzaamheden voor hem verrichten, voor zover deze personen toegang hebben tot persoonsgegevens, zijn verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennis nemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit een taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

 

  1. Geen verdere verstrekking
  • Verwerker zal de gegevens niet delen met of verstrekken aan derden, tenzij Verwerker daartoe voorafgaande, schriftelijke toestemming of opdracht heeft verkregen van Verantwoordelijke of op grond van dwingendrechtelijke regelgeving daartoe verplicht is. Indien Verwerker op grond van dwingendrechtelijke regelgeving verplicht is om de Gegevens te delen met of te verstrekken aan derden, dan zal Verwerker de Verantwoordelijke hierover schriftelijk informeren, tenzij dit niet is toegestaan onder de genoemde regelgeving.

 

  1. Beveiligingsmaatregelen
  • Verwerker zal – rekening houdend met de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van bescherming van Gegevens, de stand van de techniek en de kosten van tenuitvoerlegging – technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen treffen om de Gegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald.
  • Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.
  • De gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

 

  1. Toezicht op naleving
  • Verwerker zal verantwoordelijke op diens verzoek en voor diens rekening inlichtingen verschaffen over de Verwerking van de Gegevens door Verwerker of Sub-verwerkers. Verwerker zal de gevraagde inlichtingen zo snel mogelijk verstrekken, doch uiterlijk binnen vijf werkdagen.
  • Verantwoordelijke heeft eenmaal per jaar en voor eigen rekening het recht om een door Verantwoordelijke en Verwerker gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke derde een inspectie te laten uitvoeren om te verifiëren of Verwerker de verplichtingen onder de AVG en deze verwerkersovereenkomst nakomt. Verwerker zal daaraan alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking verlenen. Verwerker heeft het recht om haar kosten die gepaard gaan met de inspectie in rekening te brengen bij Verantwoordelijke.
  • Verwerker zal in het kader van haar verplichting onder lid 1 van dit artikel aan Verantwoordelijke dan wel een daartoe door Verantwoordelijke ingeschakelde derde in ieder geval:

 

  • Alle relevante inlichtingen en documenten verstrekken;
  • Toegang verlenen tot alle relevante gebouwen, informatiesystemen en gegevens.

 

  • Verantwoordelijke en Verwerker zullen zo spoedig mogelijk na het gereedkomen van het rapport met elkaar in overleg treden om de eventuele risico’s en tekortkomingen te adresseren. Verwerker zal op kosten van Verantwoordelijke maatregelen nemen om de geconstateerde risico’s en tekortkomingen op een voor Verantwoordelijke acceptabel niveau te brengen respectievelijk op te heffen, tenzij partijen schriftelijk anders overeen zijn gekomen.

 

  1. Datalek
  • Zo spoedig mogelijk nadat Verwerker kennis neemt van een incident of datalek dat (mede) betrekking heeft of kan hebben op de Gegevens, stelt Verwerker Verantwoordelijke hiervan op de hoogte via de bij Verwerker bekende contactgegevens van Verantwoordelijke en zal Verwerker informatie verstrekken over: de aard van het incident of de datalek, de getroffen Gegevens, de vastgestelde en verwachte gevolgen van het incident of datalek op de Gegevens en de maatregelen die Verwerker heeft getroffen en zal treffen.
  • Verwerker zal Verantwoordelijke ondersteunen bij meldingen aan betrokkenen en/of autoriteiten.

 

  1. Sub-verwerkers
  • Indien Verwerker op grond van de Overeenkomst zijn verplichtingen mag uitbesteden aan derden, legt Verwerker aan de betreffende derde deze privacy-voorwaarden op, dan wel sluit Verwerker met deze sub-verwerker een (sub)verwerkersovereenkomst betreffende de verantwoordelijkheden en verplichtingen van de sub-verwerker.

  

  1. Medewerkingsplichten en rechten van betrokkenen
  • Verwerker zal Verantwoordelijke op verzoek medewerking verlenen in geval van een klacht, vraag of verzoek van een betrokkene, dan wel onderzoek of inspecties door de Autoriteit Persoonsgegevens.
  • Verwerker zal Verantwoordelijke op dienst verzoek en voor diens rekening bijstaand bij het uitvoeren van een gegevensbescherming-effectbeoordeling.
  • Als Verwerker rechtstreeks van een betrokken een verzoek om inzage, correctie of verwijdering van zijn of haar Gegevens ontvangt, informeert Verwerk Verantwoordelijke binnen twee werkdagen over de ontvangst van het verzoek. Verwerker voert zo snel mogelijk alle instructies uit die Verantwoordelijke schriftelijk aan Verwerker geeft als gevolg van zodanig verzoek van betrokkene. Verwerker treft de noodzakelijke passende technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan dergelijke instructies van Verantwoordelijke.
  • Indien instructies van Verantwoordelijke aan Verwerker strijd opleveren met enige wettelijke bepalingen omtrent gegevensbescherming, meldt Verwerker dit bij Verantwoordelijke.

 

  1.  Duur en beëindiging
  • Deze privacy-voorwaarden zijn geldig zolang Verwerker de opdracht heeft van Verantwoordelijke om Gegevens te verwerken op grond van de Overeenkomst tussen Verantwoordelijke en Verwerker. Zolang door Verwerker Werkzaamheden worden verricht ten behoeve van Verantwoordelijke zijn deze privacyvoorwaarden op deze relatie van toepassing.
  • Indien Verwerker op grond van een wettelijke bewaarplicht bepaalde gegevens en/of documenten, computerdisks of andere gegevensdragers waarop of waarin zich Gegevens bevinden gedurende een wettelijke termijn moet bewaren, dan zal Verwerker zorgdragen voor de vernietiging van deze gegevens of documenten, computerdisks of andere gegevensdragers binnen 4 weken na beëindiging van de wettelijke bewaarplicht.
  • Bij beëindiging van de Overeenkomst tussen Verantwoordelijke en Verwerker kan Verantwoordelijke aan Verwerker verzoeken om alle documenten, computerdisks en andere gegevensdragers, waarop of waarin zich gegevens bevinden, te retourneren aan Verantwoordelijke, voor rekening van Verantwoordelijke. In geval van retournering zal Verwerker de gegevens verstrekken in de vorm zoals bij Verwerker aanwezig.
  • Onverlet hetgeen voor het overige in dit artikel 12 is bepaald, zal Verwerker na beëindiging van de Overeenkomst geen Gegevens houden noch gebruiken.

 

  1. Nietigheid
  • Indien één of meerdere bepalingen uit deze privacyvoorwaarden nietig zijn of vernietigd worden, blijven de overige voorwaarden volledig van toepassing. Indien enige bepaling van deze privacyvoorwaarden niet rechtsgeldig is, zullen partijen over de inhoud van een nieuwe bepaling onderhandelen, welke bepaling de inhoud van de oorspronkelijke bepaling zo dicht mogelijk benaderd.

 

  1. Toepasselijk recht en forumkeuze
  • Op deze privacy-voorwaarden is Nederlands recht van toepassing.
  • Alle geschillen in verband met de privacyvoorwaarden of de uitvoering daarvan worden voorgelegd aan de bevoegde rechter bij de rechtbank Breda, behoudens voor zover dwingend rechtelijke competentieregels aan deze forumkeuze in de weg zouden staan.

 

ANNEX 1

GEGEVENS EN DOELEINDEN

 

PERSOONSGEGEVENS

 

De Verantwoordelijke laat de Verwerker de volgende persoonsgegevens door Verwerker verwerken in het kader van de opdracht, waaronder maar niet uitsluitend, kunnen vallen personeelsadministratie, loonadministratie, financiële verslaglegging:

 

  • Toegangs- of identificatiegegevens (bijvoorbeeld inlognaam / wachtwoord of klantnummer)
  • Naam (initialen, achternaam)
  • Telefoonnummer
  • E-mailadres
  • Geslacht, geboortedatum en/of leeftijd
  • Straat, huisnummer, postcode, woonplaats, land
  • Functie / beroep
  • Kenteken auto
  • Gegevens ID-bewijs (in verband met de Wwft)
  • Financiële gegevens, zowel zakelijk als privé
  • NAW-gegevens en BSN van personeelsleden van Verantwoordelijke

U bepaalt welke persoonsgegevens worden verwerkt en op welke wijze. U bent verantwoordelijk voor deze verwerking.

DOELEINDEN

 

De werkzaamheden waarvoor bovengenoemde Gegevens mogen worden verwerkt, uitsluitend indien noodzakelijk, zijn in ieder geval:

 

  • De werkzaamheden, te beschouwen als de primaire dienstverlening, in het kader waarvan Verantwoordelijke een opdracht heeft verstrekt aan Verwerker;
  • het onderhoud, waaronder updates en releases van het door Verwerker dan wel sub-verwerker aan Verantwoordelijke ter beschikking gestelde systeem;
  • het gegevens- en technische beheer, ook door een sub-verwerker;
  • de hosting, ook door een sub-verwerker.

 

 

CATEGORIEËN VAN BETROKKENEN

 

De persoonsgegevens die verwerkt worden hebben hoofdzakelijk betrekking op natuurlijke personen (betrokkenen) waaronder de medewerkers van Verantwoordelijke en natuurlijke personen die en relatie hebben met Verantwoordelijke (bijvoorbeeld klanten, toeleveranciers, leden, bezoekers, gasten, medewerkers, consumenten, burgers).

 

DERDEN

 

Wij schakelen onder andere deze derden (sub-verwerkers) in bij het uitvoeren van de onderliggende opdracht:

 

  • Onze systeembeheerder (Daemen-ICT)
  • Softwareleveranciers (zoals salarissoftwarepakket NMBRS en Loon van Loon salarissoftware B.V., rapportagesoftware UNIT4 Audition, financiële administratiestoftware Unit4 Accounting, Accountview en/of AFAS, aangiftesoftware AFAS Fiscaal insite alsmede scanprogramma’s Elvy en Basecone.

 

 

ANNEX 2

BEVEILIGINGSMAATREGELEN

 

 

BEVELIGINGSMAATREGELEN

 

De Verwerker heeft ter bescherming van de Persoonsgegevens tegen verlies of onrechtmatige Verwerking in ieder geval de volgende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen getroffen:

  • backup- en herstelprocedures;
  • beveiliging van netwerkverbindingen;
  • bevoegdheden zijn toegewezen aan een beperkt aantal personen die met de uitvoering van de verwerking zijn belast (inclusief een periodieke controle hierop);
  • geïmplementeerd beveiligingsbeleid (incl. periodieke controle en implementatie van

wijzigingen hierop);

  • geheimhoudingsverklaringen in arbeidscontracten;
  • indringeralarm;
  • logische toegangscontrole door middel van wachtwoorden en persoonlijke

toegangscodes;

  • logging en controle van toegang tot de persoonsgegevens;
  • sub-verwerkersovereenkomsten met derden;
  • veilige wijze voor het opslaan van gegevensbestanden.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als u doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.