Posts By :

faam-admin

Compensatie transitievergoeding ten onrechte geweigerd

Compensatie transitievergoeding ten onrechte geweigerd 800 534 AL Raad & Partners

Als een arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd, heeft de werknemer in beginsel recht op een transitievergoeding. Deze vergoeding is bedoeld als compensatie voor het ontslag en om de overgang naar ander betaald werk te vergemakkelijken. Ook een werknemer, wiens arbeidsovereenkomst na twee jaar arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd, heeft recht op een transitievergoeding. De werkgever heeft in dat geval onder voorwaarden recht op compensatie voor de door hem betaalde transitievergoeding. Eén van de voorwaarden voor het recht op compensatie is dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd na afloop van het opzegverbod van twee jaar.

De vraag in een procedure voor de rechtbank Noord-Holland was of aan deze voorwaarde is voldaan. Het UWV meende van niet en weigerde daarom om de werkgever compensatie te betalen. Werkgever en werknemer hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin staat dat dat de arbeidsovereenkomst eindigde per 2 februari 2020. Uit de vaststellingsovereenkomst blijkt volgens de rechtbank dat partijen de bedoeling hebben gehad om de arbeidsovereenkomst te beëindigen na afloop van het wettelijk opzegverbod wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. In de overwegingen van de vaststellingsovereenkomst is onder meer opgenomen dat de werknemer sinds 5 februari 2018 onafgebroken arbeidsongeschikt is, dat hij wegens ziekte of gebreken niet meer in staat is de bedongen arbeid te verrichten en dat binnen 26 weken na 2 februari 2020 geen kans is op herstel of op duurzame inzetbaarheid. De rechtbank ziet geen enkele aanwijzing dat iets anders is bedoeld dan dat 3 februari 2020 de ingangsdatum van het ontslag was.

Naar het oordeel van de rechtbank is de arbeidsovereenkomst beëindigd na afloop van het opzegverbod. Het UWV heeft het verzoek om compensatie ten onrechte afgewezen.

Bron:Rechtbank Noord-Holland| jurisprudentie| ECLINLRBNHO20234846, HAA 21/1885| 05-04-2023

Besluit terugbetaling looninkomsten gewijzigd

Besluit terugbetaling looninkomsten gewijzigd 800 1200 AL Raad & Partners

De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit terugbetaling looninkomsten gewijzigd. Dit besluit bevat het beleid voor ten onrechte ontvangen looninkomsten en voor in eerste instantie terecht ontvangen looninkomsten, die later op grond van een afdwingbare verplichting terugbetaald moeten worden. In het besluit keurt de staatssecretaris goed dat ten onrechte ontvangen looninkomsten onder voorwaarden geacht worden niet te zijn genoten. De voorwaarden zijn:

  1. de belastingplichtige heeft de looninkomsten niet te kwader trouw verkregen;
  2. de belastingplichtige toont aan dat hij de looninkomsten heeft terugbetaald; en
  3. hij past ter zake van deze terugbetaling geen aftrek op zijn loon of inkomen toe. Mocht de terugbetaling wel in aftrek zijn gebracht, dan verklaart de belastingplichtige zich akkoord met het terugnemen van de aftrek.

In bijzondere situaties kan het voorkomen dat de ten onrechte ontvangen looninkomsten gedeeltelijk worden teruggevorderd. In dat geval kan het voorafgaande worden toegepast op het deel dat wordt teruggevorderd.

Verder keurt de staatssecretaris onder voorwaarden goed dat een terugbetaling van loon, dat in eerste instantie terecht is ontvangen en met terugwerkende kracht is vervangen door andere looninkomsten, als negatief loon in aanmerking kan worden genomen.

Voor deze goedkeuring gelden vier voorwaarden:

  1. De belastingplichtige heeft de looninkomsten niet te kwader trouw verkregen.
  2. De belastingplichtige toont aan dat hij de looninkomsten heeft terugbetaald.
  3. De terugbetaling vindt plaats binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de belastingplichtige vervangende looninkomsten heeft genoten, of hij heeft er binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar, waarin de vervangende looninkomsten zijn genoten, blijk van gegeven dat hij de looninkomsten niet wil behouden en heeft deze in dat kalenderjaar op een later moment feitelijk terugbetaald.
  4. Als de terugbetaling in een ander kalenderjaar als negatief loon in aanmerking is genomen, verklaart de belastingplichtige zich akkoord met het terugnemen van deze aftrek.

Dit besluit is op 8 juni 2023 in werking getreden.

Bron:Ministerie van Financiën| besluit| nr. 2023-123248, Staatscourant 2023, Nr. 15772| 06-06-2023

Ontslagname werknemer niet te snel aannemen

Ontslagname werknemer niet te snel aannemen 800 1200 AL Raad & Partners

Een werkgever mag er niet snel vanuit gaan dat een werknemer ontslag neemt. Uit vaste rechtspraak volgt dat een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring, gericht op beëindiging van het dienstverband, vereist is. De werkgever moet zorgvuldig nagaan of de werknemer de aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst verbonden nadelige gevolgen werkelijk wenste.

Een werknemer verzocht de kantonrechter om vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst c.q. van het hem gegeven ontslag. De werknemer had in emotionele toestand, nadat hij niet voor de eerste keer werd geconfronteerd met het feit dat de werkgever wegens liquiditeitsproblemen de salarissen niet (volledig) betaalde, gezegd dat de werkgever hem dan maar moest ontslaan. De werkgever reageerde daarop onmiddellijk met een acceptatie van de opzegging. De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever uit het WhatsAppbericht van de werknemer niet heeft kunnen afleiden dat de werknemer zijn arbeidsovereenkomst opzegde. De werkgever heeft niet voldaan aan de op hem rustende plicht om na te gaan of de werknemer de gestelde opzegging werkelijk wilde en de gevolgen daarvan overzag en begreep. De werknemer heeft de werkgever meerdere malen laten weten dat hij beschikbaar was voor werk.

De kantonrechter stelde vast dat aan het dienstverband geen einde is gekomen. De vordering van de werknemer om de werkgever te verplichten hem toe te laten tot het werk is toegewezen. De kantonrechter heeft het verzoek om betaling van loon slechts gedeeltelijk toegewezen. Volgens de kantonrechter heeft de werknemer zich aanvankelijk niet beschikbaar gehouden voor werk. Over die periode hoeft de werkgever het loon niet te betalen. Dat geldt ook voor de periode waarin de werknemer loon van een andere werkgever heeft ontvangen.

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant| jurisprudentie| ECLINLRBZWB20233343, 10313254 AZ VERZ 23-7 (E)| 09-05-2023

Minister van Financiën komt met wettelijke regeling voor contant geld

Minister van Financiën komt met wettelijke regeling voor contant geld 800 533 AL Raad & Partners

De minister van Financiën schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat wettelijk ingrijpen nodig is om te zorgen dat contant geld bruikbaar en beschikbaar blijft. Het betalingsverkeer is de afgelopen jaren steeds verder gedigitaliseerd. Banken hebben hun dienstverlening ten aanzien van contant geld beperkt. Contant geld is van groot belang voor een goede werking van het betalingsverkeer. Verder is contant geld de enige vorm van publiek geld.

Banken en consumentenorganisaties hebben afspraken over contant geld vastgelegd in het Convenant Contant Geld. Dit convenant loopt in principe tot 2027. In juli 2023 is er een evaluatiemoment, waarop partijen kunnen besluiten om het convenant al dan niet voort te zetten. Op de langere termijn zijn vrijwillige afspraken onvoldoende. De minister wil daarom een wettelijk kader opstellen om een goede infrastructuur voor contant geld te waarborgen. Dit kader verplicht banken om te zorgen voor een goede en betaalbare chartale dienstverlening. Nog dit jaar zal de minister een ontwerp wetsvoorstel ter consultatie publiceren.

Het ministerie heeft met De Nederlandsche Bank onderzoek gedaan naar de toekomstige inrichting van de chartale keten. Het onderzoeksrapport is aan de Tweede Kamer aangeboden. In het rapport zijn meerdere opties uitgewerkt.

Bron:Ministerie van Financiën| publicatie| 2023-0000086274| 30-05-2023

Kamervragen (vrijwillige) arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Kamervragen (vrijwillige) arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen 800 395 AL Raad & Partners

De minister van SZW heeft Kamervragen beantwoord over uitsluiting van de vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)voor zelfstandigen. De verzekering van zelfstandigen die op de gezondheidsverklaring hebben aangegeven dat zij bij een psycholoog in behandeling zijn of zijn geweest, wordt beperkt of geweigerd. Volgens het Verbond van Verzekeraars vragen verzekeraars bepaalde gegevens op om een inschatting te maken van het arbeidsongeschiktheidsrisico en een passende premie. Onderdeel daarvan is de medische geschiedenis van de zelfstandige. Er wordt gevraagd naar een groot aantal aandoeningen en ziekten. Bij vermelding van bepaalde klachten of een bezoek aan een zorgverlener worden vervolgvragen gesteld. De medisch adviseur van de verzekeraar beoordeelt de gezondheidsverklaring. Wanneer het risico hoger wordt ingeschat dan gemiddeld kan de zelfstandige te maken krijgen met een premieopslag en/of een medische uitsluiting. Als het risico te hoog wordt ingeschat, kan de verzekeringsaanvraag worden afgewezen.

Uit onderzoek van het Verbond van Verzekeraars blijkt dat van alle aanvragen van zelfstandigen ruim 15% geaccepteerd wordt met een beperkende voorwaarde. Minder dan 5% wordt afgewezen om medische redenen.

Het kabinet werkt aan een verplichte AOV voor zelfstandigen. Voor die publieke verzekering geldt een acceptatieplicht zonder beperking van de dekking en met een voor iedereen gelijk premiepercentage. In de huidige situatie kan de vrijwillige verzekering bij het UWV soelaas bieden voor startende zelfstandigen. Deze verzekering kent geen medische keuring en heeft een acceptatieplicht voor het UWV. Deze verzekering staat open voor zelfstandigen, die eerst een dienstverband of een uitkering hadden en uit dien hoofde verplicht verzekerd waren voor de ZW en de WIA. Zij kunnen hun verplichte verzekering voortzetten als zij zich binnen 13 weken na het einde van hun verplichte verzekering daarvoor aanmelden.

Bron:Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid| publicatie| 2023-0000242971| 04-06-2023

Wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen aangenomen

Wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen aangenomen 800 567 AL Raad & Partners

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen aangenomen. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel heeft de minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen pensioenfondsen een jaar extra de tijd gegeven voor de overstap naar het nieuwe stelsel. Die overstap moet uiterlijk op 1 januari 2028 zijn afgerond. De wet treedt op 1 juli 2023 in werking.

De wet wijzigt de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enkele andere wetten in verband met de overgang naar een nieuw pensioenstelsel.

Het huidige pensioenstelsel gaat uit van een leeftijdsafhankelijke pensioenpremie. Het nieuwe stelsel kent een leeftijdsonafhankelijke pensioenpremie. Ongeacht de leeftijd geldt voor iedere werknemer een gelijk premiepercentage. De premie mag maximaal 30% van de pensioengrondslag bedragen. Werknemers moeten bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel ‘adequaat’ gecompenseerd worden. Als de pensioenregeling bij een pensioenfonds is ondergebracht kan het fondsvermogen worden gebruikt om de negatieve gevolgen van de overgang op te vangen. Is de pensioenregeling ondergebracht bij een premiepensioeninstelling (PPI) of een verzekeraar, dan moet de werkgever de negatieve gevolgen van de overgang voor de werknemers compenseren.

Het nabestaandenpensioen bij overlijden na de pensioendatum verandert niet door de nieuwe wet. Wat wel verandert is het nabestaandenpensioen bij overlijden voor de pensioendatum. Dat pensioen kan alleen op risicobasis worden verzekerd. Die verzekering geldt slechts zolang een werknemer deelnemer is aan de pensioenregeling. De uitkering bedraagt een percentage van het salaris of de pensioengrondslag.

Bij de behandeling van de Wet toekomst pensioenen heeft de Eerste Kamer zeven moties aangenomen. Het gaat om een motie over voortzetting en verruiming van de Regeling voor Vervroegde Uittreding, een motie over het dichten van een pensioenkloof, een motie om deelnemers aan een pensioenregeling te wijzen op de mogelijkheid om langer door te werken en een motie om pensioenen voor politici vorm te geven volgens de Wet toekomst pensioenen. Daarnaast zijn moties aangenomen over een regeling voor externe geschilbeslechting, over de dekking voor wezenpensioen en over de vrijwillige voortzetting van het partnerpensioen.

Bron:Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid| wetsvoorstel| 36.067| 29-05-2023

Wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 ingediend

Wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 ingediend 800 800 AL Raad & Partners

Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 ingediend. Het wetsvoorstel beoogt een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing te waarborgen. Dit minimumniveau geldt zowel voor multinationale als voor binnenlandse groepen. Doel van het wetsvoorstel is het beperken van belastingconcurrentie en -ontwijking. Multinationale groepen met een omzet van € 750 miljoen of meer dienen ten minste effectief 15% belasting over hun winst te betalen. Het wetsvoorstel voorziet in een bijheffing als in een staat te weinig winstbelasting is betaald. De inhoud van het wetsvoorstel vloeit voort uit een EU-richtlijn, die is gebaseerd op modelteksten van de OESO. De EU-richtlijn dient op 31 december 2023 in wetgeving te zijn omgezet.

De lidstaten mogen zelf bepalen in welke belastingwet de richtlijnbepalingen worden geïmplementeerd. Het kabinet kiest ervoor om dit in een afzonderlijke heffingswet te doen omdat de bijheffing een andere grondslag heeft dan de vennootschapsbelasting. De bijheffing wordt geheven door voldoening op aangifte. In het pakket Belastingplan 2024 wordt geregeld dat het wetsvoorstel ook op de BES-eilanden zal gelden.

De EU-richtlijn verplicht de lidstaten om twee verschillende maatregelen te implementeren. Het gaat om de inkomensinclusiemaatregel en de onderbelastewinstmaatregel. Door de eerste maatregel wordt de overwinst van een laagbelaste groepsentiteit belast op het niveau van de uiteindelijke moederentiteit. Deze maatregel treft ook de laagbelaste moederentiteit zelf en haar in diezelfde staat gevestigde dochters. Voor zover geen inkomensinclusiemaatregel wordt toegepast door de staat waar de moeder is gevestigd, wordt de (resterende) bijheffing verzekerd door toepassing van de onderbelastewinstmaatregel.

Nederland maakt gebruik van de in de EU-richtlijn geboden mogelijkheid om een kwalificerende binnenlandse bijheffing in te voeren. Deze bijheffing maakt het mogelijk om over de overwinst van hier gevestigde laagbelaste dochtermaatschappijen van een multinational bij te heffen als de moederentiteit elders is gevestigd.

Als het effectieve belastingtarief lager is dan het minimumbelastingtarief, wordt het verschil bijgeheven door toepassing van de kwalificerende binnenlandse bijheffing, de inkomen-inclusiemaatregel, of de onderbelastewinstmaatregel. De wijze waarop deze minimumbelasting wordt geheven, is afhankelijk van de maatregel op grond waarvan wordt geheven. De berekening van de bijheffing geschiedt per staat in vijf stappen.

Stap 1: Het effectieve belastingtarief wordt berekend door de gecorrigeerde betrokken belastingen te delen door het netto kwalificerende inkomen.

Stap 2: Het bijheffingspercentage is gelijk aan het minimumbelastingtarief verminderd met het effectieve belastingtarief.

Stap 3: De overwinst is het netto kwalificerende inkomen verminderd met het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid.

Stap 4: De berekening van de bijheffing geschiedt door de overwinst te vermenigvuldigen met het bijheffingspercentage.

Stap 5: De bijheffing wordt toegerekend aan iedere groepsentiteit, die is gevestigd in een laagbelastende staat. Dat gebeurt door het kwalificerende inkomen van een groepsentiteit te delen door het totale kwalificerende inkomen van alle groepsentiteiten in die staat. Er wordt geen bijheffing toegerekend aan groepsentiteiten met een kwalificerend verlies.

De eerste vier stappen vinden plaats per staat voor alle groepsentiteiten gezamenlijk.

Het wetsvoorstel is niet van toepassing op overheidsentiteiten, internationale organisaties, non-profit organisaties, pensioenfondsen en een (vastgoed)beleggingsfonds dat een uiteindelijke moederentiteit is.

Bron:Ministerie van Financiën| wetsvoorstel| 30-05-2023

Modernisering concurrentiebeding aangekondigd

Modernisering concurrentiebeding aangekondigd 800 537 AL Raad & Partners

De minister van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat zij het concurrentiebeding wil moderniseren. Naar verwachting zal zij eind 2023 een wetsvoorstel van deze strekking aanbieden voor internetconsultatie. Het wetsvoorstel zal de volgende wijzigingen omvatten:

  • een beperking in tijd van het concurrentiebeding;
  • het verplicht opnemen van een geografische beperking van het concurrentiebeding, met onderbouwing van het bereik;
  • ook bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd moet de werkgever aangeven wat het zwaarwichtige bedrijfsbelang is om een concurrentiebeding op te mogen leggen;
  • bij een beroep op het concurrentiebeding moet de werkgever in beginsel een vergoeding betalen. Deze zal een percentage van het laatst verdiende salaris bedragen.

De in een eerdere brief aan de Kamer genoemde mogelijkheid dat een concurrentiebeding komt te vervallen bij faillissement van de werkgever wordt niet opgenomen in het wetsvoorstel. Bij die mogelijkheid is onvoldoende rekening gehouden met de belangen van een koper van de onderneming.

Ook twee andere eerder genoemde opties worden niet opgenomen in het wetsvoorstel. Het betreft ten eerste de optie dat het concurrentiebeding alleen kan worden ingeroepen bij ontslag op initiatief van de werknemer. De tweede optie die niet wordt opgenomen is dat het concurrentiebeding vervalt bij ontslag in de proeftijd. Deze opties beschermen de belangen van werkgevers volgens de minister onvoldoende.

Bron:Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid| publicatie| 2023-0000311315| 01-06-2023

Voorlopige bedragen kinderopvang 2024

Voorlopige bedragen kinderopvang 2024 800 533 AL Raad & Partners

De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel van de minister van SZW om de vergoeding voor de kosten van kinderopvang in 2024 aan te passen. De maximumuurprijzen worden met 6,01% verhoogd. Voor dagopvang stijgt de maximumuurprijs naar € 9,65. Voor buitenschoolse opvang bedraagt de maximumuurprijs in 2024 € 8,30 en voor gastouderopvang € 7,24. Het voorstel wordt  voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer.

Bron:Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid| publicatie| 01-06-2023

Geen laag tarief erfbelasting voor ex-partner

Geen laag tarief erfbelasting voor ex-partner 800 534 AL Raad & Partners

Voor de erfbelasting zijn twee ongehuwde personen elkaars partner als zij in de zes maanden voorafgaand aan het overlijden van een van hen meerderjarig zijn, staan ingeschreven op hetzelfde adres en een notarieel samenlevingscontract en wederzijdse zorgplicht hebben. Deze personen mogen geen bloedverwanten in de rechte lijn zijn en niet met een ander aan de hiervoor genoemde voorwaarden voldoen.

In een besluit van de staatssecretaris van Financiën is goedgekeurd dat onder voorwaarden bij een erfrechtelijke verkrijging door een voormalige ongehuwde partner de verschuldigde erfbelasting wordt berekend naar het partnertarief. Daartoe moet bij het beëindigen van de gezamenlijke huishouding aan de voorwaarden voor ongehuwde partners zijn voldaan. Deze tegemoetkoming geldt voor zover de erfrechtelijke verkrijging verband houdt met afspraken die zijn gemaakt in het kader van de beëindiging van de gezamenlijke huishouding.

In een procedure over een aanslag erfbelasting claimde een erfgenaam toepassing van het partnertarief. De erfgenaam voerde aan dat de samenleving met de erflater tijdens diens leven niet was beëindigd. De rechtbank Noord Holland onderzocht of aan de voorwaarden voor partnerschap is voldaan. In de drie jaar voor zijn overlijden stonden de erflater en de erfgenaam op verschillende adressen ingeschreven. Daardoor is aan de in de Successiewet opgenomen voorwaarden voor partnerschap niet voldaan.

Vervolgens stelde de rechtbank vast dat erflater en erfgenaam wel afspraken hebben gemaakt bij het beëindigen van de samenleving, maar dat die niet hebben geleid tot de erfrechtelijke verkrijging. Die verkrijging vloeide voort uit het testament van de erflater. Een testament is een eenzijdige handeling die niet is aan te merken als een afspraak. Het tussen partijen geldende samenlevingscontract bevatte geen bepalingen met betrekking tot het beëindigen van de samenleving. De rechtbank vond niet aannemelijk gemaakt dat erflater en erfgenaam afspraken hebben gemaakt als bedoeld in het besluit. Het lagere partnertarief is niet van toepassing op de erfrechtelijke verkrijging.

Bron:Rechtbank Noord-Holland| jurisprudentie| ECLINLRBNHO20234667, HAA 21/557| 20-04-2023
  1. Algemeen

In deze privacyvoorwaarden wordt verstaan onder:

  • Algemene voorwaarden: de Algemene voorwaarden van Verwerker, die onverkort van toepassing zijn op iedere afspraak tussen Verwerker en Verantwoordelijke en van welke Algemene voorwaarden deze privacyvoorwaarden onlosmakelijk deel uitmaken.
  • Verwerker: de Vennootschap onder firma A&L Finance h/o AL Raad & Partners, statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan Multatulilaan 10 te Roosendaal en alle aan gelieerde entiteiten, waaronder maar niet uitsluitend, eveneens Opdrachtnemer.
  • Gegevens: de persoonsgegevens zoals omschreven in Annex 1.
  • Opdrachtgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan Opdrachtnemer opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden, eveneens Verantwoordelijke.
  • Opdrachtnemer: de Vennootschap onder firma A&L Finance h/o AL Raad & Partners, statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan Multatulilaan 10 4707 LZ te Roosendaal eveneens Verwerker.
  • Overeenkomst: elke afspraak tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer tot het verrichten van Werkzaamheden door Opdrachtnemer ten behoeve van de Opdrachtgever, conform het bepaalde in de opdrachtbevestiging.
  • Verantwoordelijke: de Opdrachtgever die als natuurlijk persoon of rechtspersoon aan de Opdrachtnemer, eveneens Verwerker, opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden.
  • Werkzaamheden: alle werkzaamheden waartoe opdracht is gegeven, of die door Opdrachtnemer uit anderen hoofde worden verricht. Het voorgaande geldt in de ruimste zin van het woord en omvat in ieder geval de werkzaamheden zoals vermeld in de opdrachtbevestiging.

 

  1. Toepasselijkheid privacyvoorwaarden
  • Deze privacyvoorwaarden zijn van toepassing op alle gegevens die in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst met Opdrachtgever door Opdrachtnemer worden verzameld voor Opdrachtgever, alsmede op alle uit de Overeenkomst voor Opdrachtnemer voortvloeiende Werkzaamheden en de in dat kader te verzamelen gegevens.
  • Verantwoordelijke is verantwoordelijk voor de verwerking van de Gegevens zoals omschreven in Annex 1.
  • Bij de uitvoering van de Overeenkomst verwerkt Verwerker bepaalde persoonsgegevens voor Verantwoordelijke.
  • Dit is een verwerkersovereenkomst is de zin van artikel 28 lid 3 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waarin de rechten en verplichtingen ten aanzien van de verwerking van de persoonsgegevens schriftelijk is geregeld, waaronder ten aanzien van de beveiliging. Deze verwerkersovereenkomst in ten opzichte van Verantwoordelijke bindend voor deze Verwerker.
  • Deze privacy-voorwaarden maken, net als de Algemene voorwaarden van Verwerker, onderdeel uit van de Overeenkomst en alle toekomstige overeenkomsten tussen partijen.

 

  1. Reikwijdte privacy-voorwaarden
  • Met het geven van de opdracht tot het verrichten van Werkzaamheden heeft Verantwoordelijke aan Verwerker de opdracht gegeven om de Gegevens te verwerken namens de Verantwoordelijke op de wijze zoals omschreven in Annex 1 in overeenstemming met de bepalingen van deze privacy-voorwaarden.
  • Verwerker verwerkt de Gegevens uitsluitend in overeenstemming met deze privacy-voorwaarden, met name met hetgeen is opgenomen in Annex 1. Verwerker bevestigt de Gegevens niet voor andere doeleinden te verwerken.
  • De zeggenschap over de Gegevens komt nooit bij Verwerker te rusten.
  • De Verantwoordelijke kan additionele, schriftelijke instructies aan Verwerker geven vanwege aanpassingen of wijzigingen in de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van bescherming van persoonsgegevens.
  • Verwerker verwerkt de Gegevens enkel in de Europese Economische Ruimte.

 

  1. Verplichting Verantwoordelijke
  • Verantwoordelijke treft de nodige maatregelen opdat persoonsgegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn en als zodanig ook aan Verwerker worden verstrekt.

 

  1. Geheimhouding
  • Verwerker en de personen die in dienst zijn van Verwerker dan wel werkzaamheden voor hem verrichten, voor zover deze personen toegang hebben tot persoonsgegevens, verwerken de Gegevens slechts in opdracht van Verantwoordelijke, behoudens afwijkende wettelijke verplichtingen.
  • Verwerker en de personen die in dienst zijn van Verwerker dan wel werkzaamheden voor hem verrichten, voor zover deze personen toegang hebben tot persoonsgegevens, zijn verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennis nemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit een taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

 

  1. Geen verdere verstrekking
  • Verwerker zal de gegevens niet delen met of verstrekken aan derden, tenzij Verwerker daartoe voorafgaande, schriftelijke toestemming of opdracht heeft verkregen van Verantwoordelijke of op grond van dwingendrechtelijke regelgeving daartoe verplicht is. Indien Verwerker op grond van dwingendrechtelijke regelgeving verplicht is om de Gegevens te delen met of te verstrekken aan derden, dan zal Verwerker de Verantwoordelijke hierover schriftelijk informeren, tenzij dit niet is toegestaan onder de genoemde regelgeving.

 

  1. Beveiligingsmaatregelen
  • Verwerker zal – rekening houdend met de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van bescherming van Gegevens, de stand van de techniek en de kosten van tenuitvoerlegging – technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen treffen om de Gegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald.
  • Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.
  • De gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

 

  1. Toezicht op naleving
  • Verwerker zal verantwoordelijke op diens verzoek en voor diens rekening inlichtingen verschaffen over de Verwerking van de Gegevens door Verwerker of Sub-verwerkers. Verwerker zal de gevraagde inlichtingen zo snel mogelijk verstrekken, doch uiterlijk binnen vijf werkdagen.
  • Verantwoordelijke heeft eenmaal per jaar en voor eigen rekening het recht om een door Verantwoordelijke en Verwerker gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke derde een inspectie te laten uitvoeren om te verifiëren of Verwerker de verplichtingen onder de AVG en deze verwerkersovereenkomst nakomt. Verwerker zal daaraan alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking verlenen. Verwerker heeft het recht om haar kosten die gepaard gaan met de inspectie in rekening te brengen bij Verantwoordelijke.
  • Verwerker zal in het kader van haar verplichting onder lid 1 van dit artikel aan Verantwoordelijke dan wel een daartoe door Verantwoordelijke ingeschakelde derde in ieder geval:

 

  • Alle relevante inlichtingen en documenten verstrekken;
  • Toegang verlenen tot alle relevante gebouwen, informatiesystemen en gegevens.

 

  • Verantwoordelijke en Verwerker zullen zo spoedig mogelijk na het gereedkomen van het rapport met elkaar in overleg treden om de eventuele risico’s en tekortkomingen te adresseren. Verwerker zal op kosten van Verantwoordelijke maatregelen nemen om de geconstateerde risico’s en tekortkomingen op een voor Verantwoordelijke acceptabel niveau te brengen respectievelijk op te heffen, tenzij partijen schriftelijk anders overeen zijn gekomen.

 

  1. Datalek
  • Zo spoedig mogelijk nadat Verwerker kennis neemt van een incident of datalek dat (mede) betrekking heeft of kan hebben op de Gegevens, stelt Verwerker Verantwoordelijke hiervan op de hoogte via de bij Verwerker bekende contactgegevens van Verantwoordelijke en zal Verwerker informatie verstrekken over: de aard van het incident of de datalek, de getroffen Gegevens, de vastgestelde en verwachte gevolgen van het incident of datalek op de Gegevens en de maatregelen die Verwerker heeft getroffen en zal treffen.
  • Verwerker zal Verantwoordelijke ondersteunen bij meldingen aan betrokkenen en/of autoriteiten.

 

  1. Sub-verwerkers
  • Indien Verwerker op grond van de Overeenkomst zijn verplichtingen mag uitbesteden aan derden, legt Verwerker aan de betreffende derde deze privacy-voorwaarden op, dan wel sluit Verwerker met deze sub-verwerker een (sub)verwerkersovereenkomst betreffende de verantwoordelijkheden en verplichtingen van de sub-verwerker.

  

  1. Medewerkingsplichten en rechten van betrokkenen
  • Verwerker zal Verantwoordelijke op verzoek medewerking verlenen in geval van een klacht, vraag of verzoek van een betrokkene, dan wel onderzoek of inspecties door de Autoriteit Persoonsgegevens.
  • Verwerker zal Verantwoordelijke op dienst verzoek en voor diens rekening bijstaand bij het uitvoeren van een gegevensbescherming-effectbeoordeling.
  • Als Verwerker rechtstreeks van een betrokken een verzoek om inzage, correctie of verwijdering van zijn of haar Gegevens ontvangt, informeert Verwerk Verantwoordelijke binnen twee werkdagen over de ontvangst van het verzoek. Verwerker voert zo snel mogelijk alle instructies uit die Verantwoordelijke schriftelijk aan Verwerker geeft als gevolg van zodanig verzoek van betrokkene. Verwerker treft de noodzakelijke passende technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan dergelijke instructies van Verantwoordelijke.
  • Indien instructies van Verantwoordelijke aan Verwerker strijd opleveren met enige wettelijke bepalingen omtrent gegevensbescherming, meldt Verwerker dit bij Verantwoordelijke.

 

  1.  Duur en beëindiging
  • Deze privacy-voorwaarden zijn geldig zolang Verwerker de opdracht heeft van Verantwoordelijke om Gegevens te verwerken op grond van de Overeenkomst tussen Verantwoordelijke en Verwerker. Zolang door Verwerker Werkzaamheden worden verricht ten behoeve van Verantwoordelijke zijn deze privacyvoorwaarden op deze relatie van toepassing.
  • Indien Verwerker op grond van een wettelijke bewaarplicht bepaalde gegevens en/of documenten, computerdisks of andere gegevensdragers waarop of waarin zich Gegevens bevinden gedurende een wettelijke termijn moet bewaren, dan zal Verwerker zorgdragen voor de vernietiging van deze gegevens of documenten, computerdisks of andere gegevensdragers binnen 4 weken na beëindiging van de wettelijke bewaarplicht.
  • Bij beëindiging van de Overeenkomst tussen Verantwoordelijke en Verwerker kan Verantwoordelijke aan Verwerker verzoeken om alle documenten, computerdisks en andere gegevensdragers, waarop of waarin zich gegevens bevinden, te retourneren aan Verantwoordelijke, voor rekening van Verantwoordelijke. In geval van retournering zal Verwerker de gegevens verstrekken in de vorm zoals bij Verwerker aanwezig.
  • Onverlet hetgeen voor het overige in dit artikel 12 is bepaald, zal Verwerker na beëindiging van de Overeenkomst geen Gegevens houden noch gebruiken.

 

  1. Nietigheid
  • Indien één of meerdere bepalingen uit deze privacyvoorwaarden nietig zijn of vernietigd worden, blijven de overige voorwaarden volledig van toepassing. Indien enige bepaling van deze privacyvoorwaarden niet rechtsgeldig is, zullen partijen over de inhoud van een nieuwe bepaling onderhandelen, welke bepaling de inhoud van de oorspronkelijke bepaling zo dicht mogelijk benaderd.

 

  1. Toepasselijk recht en forumkeuze
  • Op deze privacy-voorwaarden is Nederlands recht van toepassing.
  • Alle geschillen in verband met de privacyvoorwaarden of de uitvoering daarvan worden voorgelegd aan de bevoegde rechter bij de rechtbank Breda, behoudens voor zover dwingend rechtelijke competentieregels aan deze forumkeuze in de weg zouden staan.

 

ANNEX 1

GEGEVENS EN DOELEINDEN

 

PERSOONSGEGEVENS

 

De Verantwoordelijke laat de Verwerker de volgende persoonsgegevens door Verwerker verwerken in het kader van de opdracht, waaronder maar niet uitsluitend, kunnen vallen personeelsadministratie, loonadministratie, financiële verslaglegging:

 

  • Toegangs- of identificatiegegevens (bijvoorbeeld inlognaam / wachtwoord of klantnummer)
  • Naam (initialen, achternaam)
  • Telefoonnummer
  • E-mailadres
  • Geslacht, geboortedatum en/of leeftijd
  • Straat, huisnummer, postcode, woonplaats, land
  • Functie / beroep
  • Kenteken auto
  • Gegevens ID-bewijs (in verband met de Wwft)
  • Financiële gegevens, zowel zakelijk als privé
  • NAW-gegevens en BSN van personeelsleden van Verantwoordelijke

U bepaalt welke persoonsgegevens worden verwerkt en op welke wijze. U bent verantwoordelijk voor deze verwerking.

DOELEINDEN

 

De werkzaamheden waarvoor bovengenoemde Gegevens mogen worden verwerkt, uitsluitend indien noodzakelijk, zijn in ieder geval:

 

  • De werkzaamheden, te beschouwen als de primaire dienstverlening, in het kader waarvan Verantwoordelijke een opdracht heeft verstrekt aan Verwerker;
  • het onderhoud, waaronder updates en releases van het door Verwerker dan wel sub-verwerker aan Verantwoordelijke ter beschikking gestelde systeem;
  • het gegevens- en technische beheer, ook door een sub-verwerker;
  • de hosting, ook door een sub-verwerker.

 

 

CATEGORIEËN VAN BETROKKENEN

 

De persoonsgegevens die verwerkt worden hebben hoofdzakelijk betrekking op natuurlijke personen (betrokkenen) waaronder de medewerkers van Verantwoordelijke en natuurlijke personen die en relatie hebben met Verantwoordelijke (bijvoorbeeld klanten, toeleveranciers, leden, bezoekers, gasten, medewerkers, consumenten, burgers).

 

DERDEN

 

Wij schakelen onder andere deze derden (sub-verwerkers) in bij het uitvoeren van de onderliggende opdracht:

 

  • Onze systeembeheerder (Daemen-ICT)
  • Softwareleveranciers (zoals salarissoftwarepakket NMBRS en Loon van Loon salarissoftware B.V., rapportagesoftware UNIT4 Audition, financiële administratiestoftware Unit4 Accounting, Accountview en/of AFAS, aangiftesoftware AFAS Fiscaal insite alsmede scanprogramma’s Elvy en Basecone.

 

 

ANNEX 2

BEVEILIGINGSMAATREGELEN

 

 

BEVELIGINGSMAATREGELEN

 

De Verwerker heeft ter bescherming van de Persoonsgegevens tegen verlies of onrechtmatige Verwerking in ieder geval de volgende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen getroffen:

  • backup- en herstelprocedures;
  • beveiliging van netwerkverbindingen;
  • bevoegdheden zijn toegewezen aan een beperkt aantal personen die met de uitvoering van de verwerking zijn belast (inclusief een periodieke controle hierop);
  • geïmplementeerd beveiligingsbeleid (incl. periodieke controle en implementatie van

wijzigingen hierop);

  • geheimhoudingsverklaringen in arbeidscontracten;
  • indringeralarm;
  • logische toegangscontrole door middel van wachtwoorden en persoonlijke

toegangscodes;

  • logging en controle van toegang tot de persoonsgegevens;
  • sub-verwerkersovereenkomsten met derden;
  • veilige wijze voor het opslaan van gegevensbestanden.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als u doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.