Omzetbelasting

Geen invorderingsrente bij eigen vergissing afstandsverkopen

Geen invorderingsrente bij eigen vergissing afstandsverkopen 800 532 AL Raad & Partners

Wanneer is ten onrechte betaalde btw ‘in strijd met het Unierecht geheven’? Een Nederlandse webshop stelt deze principiële vraag aan de Rechtbank Gelderland. De webshop krijgt ruim € 50.000 aan btw terug, omdat ze de afstandsverkopenregeling verkeerd heeft toegepast. Naast deze teruggaaf claimt de webshop ook invorderingsrente over het bedrag. 

De vennootschap verkoopt huishoudtextiel en beddengoed via haar website aan particulieren in andere EU-lidstaten. Ze brengt Nederlandse omzetbelasting in rekening en draagt deze af over de jaren 2018-2020. Later realiseert de vennootschap zich dat ze de regeling voor afstandsverkopen had moeten toepassen. Bij overschrijding van drempelbedragen vereist deze regeling btw-afdracht in het land waar de klant woonachtig is. Via suppletieaangiften verzoekt de vennootschap om teruggaaf van de Nederlandse omzetbelasting. De inspecteur honoreert dit verzoek en betaalt in totaal ruim € 50.000 terug. De vennootschap vraagt vervolgens vergoeding van invorderingsrente over deze teruggaaf. De ontvanger wijst dit verzoek af, omdat de belasting niet ‘in strijd met het Unierecht is geheven’.

Invorderingsrente bij heffingen in strijd met het Unierecht

De Invorderingswet 1990 bepaalt dat invorderingsrente wordt vergoed bij teruggaaf van belasting die ‘in strijd met het Unierecht is geheven’. De rente loopt vanaf de betaling tot aan de terugbetaling. De vennootschap stelt dat de btw in strijd met het Unierecht is geheven, omdat de afstandsverkopenregeling moet worden toegepast. Ze verwijst naar een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant uit 2024. De ontvanger betoogt dat geen sprake is van strijdigheid met het Unierecht. De vennootschap heeft zelf de regeling voor afstandsverkopen niet onderkend en toegepast. De onjuiste btw-afdracht is volledig aan haarzelf te wijten.

Oordeel rechtbank

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Ze verwijst naar het arrest ‘Dinkelland’ van het Hof van Justitie van de EU. Wanneer de belastingplichtige per vergissing een recht niet heeft uitgeoefend, is volgens het Hof van Justitie van de EU de btw niet ‘in strijd met het Unierecht geheven’. De uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant is voor deze zaak niet relevant, omdat de situatie daar wezenlijk anders is. In die zaak is de afstandsverkopenregeling wel toegepast, maar achteraf bleek dat de omzetdrempel was overschreden.

De rechtbank maakt duidelijk onderscheid tussen fouten van de Belastingdienst en fouten van de belastingplichtige. Alleen bij fouten van de overheid is er recht op invorderingsrente. Wie de afstandsverkopenregeling over het hoofd ziet, krijgt wel de btw terug maar geen invorderingsrente.

OSS

De afstandsverkopenregeling heeft vanaf 2021 een nieuwe vorm gekregen. De drempels zijn uniform geworden en het OSS-systeem (One-Stop-Shop) maakt afdracht in het buitenland eenvoudiger. 

Bron:Rechtbank Gelderland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBGEL:2025:4952| 24-06-2025

Geen fiscale eenheid bij enkel houden van certificaten

Geen fiscale eenheid bij enkel houden van certificaten 800 560 AL Raad & Partners

Een in april 2018 opgerichte bv houdt certificaten van aandelen in een andere bv. De bv heeft drie hoofdactiviteiten. Het aantrekken van financiering door uitgifte van certificaten van aandelen, het verstrekken van leningen tegen rentevergoeding aan een gelieerde bv en het verrichten van managementdiensten aan gelieerde bv's. De inspecteur legt een naheffingsaanslag omzetbelasting op. Het hof stelt de inspecteur in het gelijk.

Geen fiscale eenheid

Het hof oordeelt dat de bv ondernemer is voor de btw, omdat zij geld heeft uitgeleend tegen rentevergoeding. Dit is een economische activiteit die onder het btw-bereik valt. Echter, de bv vormt in 2018 geen fiscale eenheid met de gelieerde bv's. Voor een fiscale eenheid is vereist dat de betrokken entiteiten financieel, organisatorisch en economisch verweven zijn. De organisatorische en economische verwevenheid staan niet ter discussie, maar aan de financiële verwevenheid is niet voldaan. Het hof benadrukt dat de certificering van aandelen in de weg staat aan financiële verwevenheid, omdat de zeggenschap die verbonden is aan het aandeelhouderschap in dat geval is gescheiden van het economisch belang. Het enkele bezit van certificaten van aandelen is onvoldoende voor financiële verwevenheid, tenzij sprake is van een uitzonderlijke situatie waarbij dezelfde persoon zowel de economische voordelen geniet als de zeggenschap uitoefent.

In deze zaak zijn de aandelen van beide bv's gecertificeerd, waarbij de zeggenschap (stemrechten) in handen is van verschillende bestuurders van de betrokken administratiekantoren. Daarmee is niet voldaan aan het vereiste dat de zeggenschap en het economisch belang in dezelfde handen moeten zijn.

Geen aftrek voorbelasting

Nu er geen sprake is van een fiscale eenheid, moet het hof de vraag beantwoorden of de bv zelf recht op aftrek van voorbelasting heeft voor haar activiteiten.

  1. Verstrekken van leningen. Dit zijn financiële diensten die zijn vrijgesteld van btw. Vrijgestelde prestaties geven geen recht op aftrek van voorbelasting.
  2. Managementdiensten. Het hof oordeelt dat deze diensten in 2018 om niet werden verricht. Hoewel er een "business consultancy overeenkomst" is met een bedongen vergoeding van € 12.000, blijkt deze pas in 2021 te zijn opgesteld en ondertekend (met terugwerkende kracht). Tot op heden zijn de vergoedingen over 2018 niet gefactureerd. Het hof concludeert dat in 2018 geen vergoeding is bedongen en dus geen sprake is van belaste economische activiteiten.
  3. Uitgifte van certificaten van aandelen. Het uitgeven van certificaten valt buiten het bereik van de btw. Kosten hiervoor zouden alleen aftrekbaar zijn als ze onderdeel uitmaken van de algemene kosten die worden doorberekend in belaste prestaties. Aangezien de bv geen belaste prestaties verricht, is hiervoor ook geen recht op aftrek.
Bron:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden| jurisprudentie| ECLI:NL:GHARL:2025:3429| 29-06-2025

Btw aftrekbaar bij short-stay verhuur appartementen

Btw aftrekbaar bij short-stay verhuur appartementen 800 533 AL Raad & Partners

Een ontwikkelaar verbouwt een monumentale boerderij tot vijf appartementen en vraagt € 170.000 aan btw terug over de verbouwingskosten. Het bedrijf wil de appartementen volledig gemeubileerd verhuren voor maximaal zes maanden aan tijdelijke bewoners, zoals expats en uitwisselingsstudenten. De Belastingdienst weigert de btw-teruggaaf, omdat normale woningverhuur btw-vrijgesteld is. Voor vastgoedontwikkelaars rijst de vraag wanneer verhuur precies belast is. Wanneer valt verhuur van gemeubileerde appartementen onder de btw-belaste short-stay uitzondering?

Short-stay-uitzondering

Het ontwikkelbedrijf stelt dat de geplande verhuur van de appartementen btw-belast is. De appartementen worden volledig gemeubileerd verhuurd voor maximaal zes maanden aan mensen die tijdelijk in Nederland verblijven, zoals expats en uitwisselingsstudenten. De huurders hoeven niet te zorgen voor inventaris of onderhoud. Deze verhuur concurreert volgens het bedrijf direct met hotels en vakantieverblijven, waardoor de short-stay uitzondering van toepassing is. Dit maakt de verhuur btw-belast en de verbouwkosten aftrekbaar.

De inspecteur houdt vol dat de verhuur btw-vrijgesteld is, omdat het in zijn ogen gewone woningverhuur betreft. De appartementen hebben in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (het BAG) een woonfunctie en zij kunnen voor langere duur worden gebruikt. De short-stay uitzondering geldt alleen voor echte hotel- en vakantieaccommodatie, niet voor appartementen die ook als gewone woning kunnen dienen. Omdat de verhuur vrijgesteld is, komt de btw op verbouwkosten niet voor aftrek in aanmerking.

Btw-belast

De rechtbank oordeelt dat het ontwikkelbedrijf volledig gelijk heeft door toepassing van de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad. Volgens die criteria moet het gaan om verblijfsruimten die zijn toegerust om kort te verblijven, zonder dat de huurder belast is met de zorg voor inventaris. Het bedrijf maakt aannemelijk dat het de appartementen volledig gemeubileerd wil verhuren voor maximaal zes maanden. Deze prestatie concurreert direct met hotels, omdat beide sectoren verblijf aanbieden voor relatief korte perioden met volledige uitrusting. Het feit dat de appartementen in het BAG een woonfunctie hebben, doet niet ter zake. De aard van de prestatie is beslissend. Omdat het bedrijf accommodatie verstrekt die concurreert met hotel- en vakantiebestedingsbedrijven, valt de verhuur onder de short-stay uitzondering en is deze btw-belast.

Maatwerk

Deze uitspraak bevestigt opnieuw de toepassing van criteria die de Hoge Raad al in 2007 vaststelde voor short-stay verhuur. De criteria zijn al jarenlang helder: kort verblijf, volledig gemeubileerd, geen zorg voor inventaris en concurrentie met hotels. De regels zijn duidelijk, maar de toepassing vraagt maatwerk per situatie.

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant| jurisprudentie| ECLI:NL:RBZWB:2025:3298| 27-05-2025

Nultarief geweigerd bij onduidelijk vervoer naar Duitsland

Nultarief geweigerd bij onduidelijk vervoer naar Duitsland 800 534 AL Raad & Partners

Een machinehandelaar koopt een machine en verkoopt deze door aan een Duitse afnemer. Het bedrijf past het nultarief toe bij de verkoop en vraagt de btw terug over de inkoop. De Belastingdienst betwist echter dat de machine daadwerkelijk naar Duitsland is vervoerd vanwege inconsistenties in vrachtbrieven en getuigenverklaringen. Voor exporterende ondernemers rijst de vraag welk bewijs nodig is voor toepassing van het nultarief bij intracommunautaire leveringen. 

Transport naar Duitsland

De machinehandelaar stelt dat de machine correct naar de Duitse afnemer is vervoerd en het nultarief daarom terecht is toegepast. Als bewijs voert het bedrijf vier vrachtbrieven aan, plus getuigenverklaringen van betrokkenen. De machine wordt in delen vervoerd naar het Duitse bedrijf, wat de verschillende transportdocumenten verklaart. Het bedrijf beroept zich ook op de onschuldpresumptie: in de strafzaak over dezelfde btw-aangifte is een van de bestuurders vrijgesproken van opzettelijk onjuiste aangifte.

Te veel feiten kloppen niet 

De rechtbank oordeelt dat het bedrijf niet slaagt in de bewijslast. Te veel feiten kloppen niet met elkaar. De rechtbank oordeelt dat de kilometerregistraties geen begin- en eindbestemming vermelden, geregistreerde afstanden kloppen niet met werkelijke afstanden naar Duitsland, de Duitse belastingdienst meldt dat het afleveradres niet bestaat en getuigen geven inconsistente verklaringen. Eén chauffeur ontkent zelfs zijn handtekening op een vrachtbrief en stelt nooit naar Duitsland te zijn gereden. Deze ongerijmdheden maken het onmogelijk te concluderen dat de machine daadwerkelijk naar Duitsland is vervoerd. Het feit dat het bedrijf in de strafzaak is vrijgesproken, doet niet ter zake. Belastingrecht en strafrecht hanteren verschillende bewijskaders.

Zorgvuldige documentatie

Deze uitspraak toont het belang van zorgvuldige documentatie bij intracommunautaire leveringen aan. Uit de problemen in deze zaak wordt duidelijk wat wél goed bewijs zou zijn geweest:

  • complete kilometerregistraties met duidelijke begin- en eindbestemmingen van alle ritten;
  • kloppende afstanden die overeenkomen met werkelijke routes naar het Duitse afleveradres;
  • bestaand en geverifieerd afleveradres dat door Duitse autoriteiten kan worden bevestigd;
  • consistente vrachtbrieven met correcte handtekeningen van chauffeurs die de ritten daadwerkelijk hebben uitgevoerd;
  • eenduidige getuigenverklaringen van alle betrokkenen zonder wisselende verhalen achteraf;
  • echte orderbevestigingen en correspondentie die aansluiten bij de feitelijke levering;
  • tachograafgegevens die de ritten naar Duitsland bevestigen;
  • bevestiging van ontvangst, ondertekend door de Duitse afnemer op de afleverlocatie;
  • btw-nummerverificatie van de Duitse afnemer bij de Duitse belastingdienst;
  • bewijs van daadwerkelijke betaling door de Duitse afnemer;
  • fotodocumentatie van de machine op de Duitse locatie;
  • eventuele douanepapieren of andere transportdocumenten;
  • verzekeringspapieren voor het transport naar Duitsland.

Voor exporterende bedrijven geldt: zorg voor waterdichte administratie zonder onduidelijkheden of tegenstrijdigheden. Elke inconsistentie kan leiden tot weigering van het nultarief en kostbare naheffingen.

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant| jurisprudentie| ECLI:NL:RBZWB:2025:3318| 27-05-2025

Btw op factuur? Dan ook btw betalen!

Btw op factuur? Dan ook btw betalen! 800 530 AL Raad & Partners

Een ondernemer drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Hij houdt zich bezig met het managen van internationale projecten, met een specialisatie in industriële koelsystemen. De werkzaamheden worden wereldwijd uitgevoerd. In 2017 en 2018 verricht hij werkzaamheden voor een Nederlandse opdrachtgever en brengt daarbij, ten onrechte, Nederlandse btw in rekening op zijn facturen. Hij geeft echter niet alle gefactureerde bedragen aan in zijn btw-aangifte. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op.

De ondernemer is van mening dat de inspecteur de te weinig aangegeven btw niet kan naheffen en stapt naar de rechter. Ter onderbouwing voert hij aan dat hij zijn diensten vanuit Spanje heeft verricht en dat hij per abuis Nederlandse btw in rekening heeft gebracht. Van een woonplaats dan wel onderneming in Nederland is geen sprake.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat iedereen die op een factuur melding maakt van btw, deze belasting verschuldigd is. Dit geldt ongeacht of de handeling zelf aan btw onderworpen is. De plaats waar de diensten zijn verricht is niet relevant voor het ontstaan van de belastingschuld. De btw is verschuldigd in de lidstaat die op de factuur vermeld staat, zelfs als de handeling in die lidstaat niet belastbaar was.

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant| jurisprudentie| ECLI:NL:RBZWB:2025:2192| 14-04-2025

Kosten eHerkenning proportioneel en gerechtvaardigd

Kosten eHerkenning proportioneel en gerechtvaardigd 800 400 AL Raad & Partners

Een ondernemer met een bv weigert kosten te maken voor eHerkenning. Hierdoor kan hij geen btw-aangifte doen. De Belastingdienst legt daarom naheffingsaanslagen met boetes op. De ondernemer is het hier niet mee eens en gaat in beroep. Volgens hem is er sprake van rechtsongelijkheid. Natuurlijke personen kunnen voor het doen van btw-aangifte immers gratis gebruikmaken van hun DigiD. Van rechtspersonen wordt geëist dit te doen met gebruikmaking van eHerkenning, waarvoor kosten moeten worden gemaakt. De rechtbank verwijst naar een uitspraak van de Hoge Raad van 2 december 2022, waarin staat dat het gebruik van eHerkenning wettelijk is en dat de kosten ervan niet onevenredig zijn.

Gebruik eHerkenning 

De reden voor de eis van eHerkenning is dat het een hoog beveiligingsniveau heeft. Hiermee kan worden gecontroleerd of iemand echt bevoegd is om namens een bedrijf te handelen. Dit probleem is er niet bij een persoon die zijn DigiD gebruikt, omdat die persoon zelf de onderneming is en dus altijd bevoegd is om namens die onderneming te handelen.

Onredelijke kosten?

De rechter oordeelt dat de kosten van eHerkenning (€ 25 – € 35 per jaar) niet onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die ermee worden nagestreefd. Dit maakt de kosten volgens de rechtbank gerechtvaardigd. De rechter wijst ook op de compensatieregeling. Hiermee kan een deel van deze kosten worden vergoed. 

Bron:Rechtbank Noord-Holland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBNHO:2025:3635| 26-03-2025

Belastingdienst gaat controleren op te vroege btw-aangiften

Belastingdienst gaat controleren op te vroege btw-aangiften 800 545 AL Raad & Partners

De Belastingdienst krijgt soms btw-aangiften te vroeg binnen en kan deze aangiften niet automatisch verwerken. De Belastingdienst past daarom de procedure aan voor de indiening van btw-aangiften. Vanaf 27 mei 2025 zal de Belastingdienst btw-aangiften automatisch controleren op het juiste tijdvak. Btw-aangiften die via het system-to-system portaal worden ingediend, worden vanaf de 24e van de maand waarin het tijdvak eindigt geaccepteerd. De aangifte voor het tweede kwartaal wordt geaccepteerd vanaf 24 juni. 

Aangiften die vóór de 24e van de maand worden ingediend, worden afgewezen. De Belastingdienst stuurt dan een foutbericht naar de indiener, zonder ontvangstbevestiging. De aangifte wordt formeel niet in ontvangst genomen en moet opnieuw worden ingediend vanaf de 24e van de maand. Aangiften die vanaf de 24e van de maand worden ingediend, worden via het reguliere proces afgehandeld en ontvangen een ontvangstbevestiging.

De Belastingdienst benadrukt het belang van nauwkeurigheid bij het indienen van btw-aangiften. Dien de btw-aangifte niet te vroeg en niet te laat in. Controleer na het indienen of er een foutbericht of ontvangstbevestiging is ontvangen.

Bron:Belastingdienst| persbericht| 21-04-2025

Geen vergrijpboete door ondeskundigheid

Geen vergrijpboete door ondeskundigheid 800 533 AL Raad & Partners

Bij de overgang van een eenmanszaak naar een bv is het belangrijk een duidelijke scheiding in de boekhouding en facturatie aan te brengen. Dit voorkomt verwarring over wie de belastingplichtige ondernemer is. Onlangs moest de rechter oordelen in een geschil tussen een bv en de Belastingdienst. De bv stelde dat alle facturen op naam van de eenmanszaak stonden, gezien het daarop vermelde KvK-nummer en bankrekeningnummer van de eenmanszaak. De inspecteur is echter van mening dat de bv vanaf haar oprichting verantwoordelijk is voor de omzet die voortvloeit uit de voortgezette activiteiten van de eenmanszaak. Hij legt een naheffingsaanslag op met een vergrijpboete.

Naheffing terecht

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Uit de overgelegde stukken blijkt dat alle facturen in 2017 op naam staan van de bv, maar met het KvK-nummer van de eenmanszaak. Dit betekent volgens de rechtbank echter niet dat alle prestaties door de eenmanszaak zijn verricht. Aangezien de activiteiten van de eenmanszaak na de oprichting van de bv (7 april 2017) door de bv zijn voortgezet, moet de bv vanaf die datum worden aangemerkt als de ondernemer die de prestaties heeft verricht. 

Geen vergrijpboete

Wat betreft de vergrijpboete oordeelt de rechtbank dat de inspecteur niet overtuigend heeft aangetoond dat het aan opzet of grove schuld van de bv te wijten is dat de omzetbelasting niet op aangifte is voldaan. De rechtbank acht het aannemelijk dat het voor de bv in 2017 niet zonder meer duidelijk was wie de prestaties verrichtte en wie daarover omzetbelasting verschuldigd was. Cruciaal hierbij is dat de rechtbank expliciet in aanmerking neemt dat de gemachtigde en daarmee ook de bv kennelijk niet deskundig is op het gebied van de omzetbelasting. Deze ondeskundigheid speelt een belangrijke rol bij het oordeel dat geen sprake is van de voor een vergrijpboete vereiste bewustheid. De vergrijpboete wordt daarom vernietigd.

Conclusie

Deze uitspraak toont aan hoe belangrijk het is om bij bedrijfstransformaties duidelijkheid te hebben over wie de belastingplichtige ondernemer is. Uit de uitspraak blijkt niet eenduidig of sprake is van een formele inbreng van de eenmanszaak in de bv of slechts een voortzetting van activiteiten. Juist deze onduidelijkheid, gecombineerd met de ondeskundigheid van de gemachtigde op btw-gebied, leidt tot fiscale problemen. De zaak illustreert een klassieke valkuil bij de overgang van eenmanszaak naar bv, waarbij bedrijfsactiviteiten worden voortgezet zonder dat alle administratieve zaken correct zijn afgehandeld.

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant| jurisprudentie| ECLI:NL:RBZWB:2025:1891| 31-03-2025

Btw ook verschuldigd bij no show

Btw ook verschuldigd bij no show 800 600 AL Raad & Partners

Een internetveiling en de inspecteur worden het niet eens over de verschuldigdheid van omzetbelasting bij niet-verzilverde bonnen, ook wel no shows genoemd, die via de veiling zijn ‘gewonnen’. De veiling stelt dat er geen belastbare prestatie is verricht, omdat de bonnen niet zijn verzilverd. Uiteindelijk moet de rechter eraan te pas komen om het geschil te beslechten.

Het hof oordeelt dat de vennootschap gebonden is aan de vaststellingsovereenkomsten die zij met de Belastingdienst heeft gesloten. Deze overeenkomsten bepalen dat niet-verzilverde bonnen als een btw-prestatie moeten worden beschouwd. Het hof stelt dat de vennootschap daarom omzetbelasting verschuldigd is op het moment dat de bon aan de winnaar van de veiling wordt verstrekt, ongeacht of deze bon uiteindelijk wordt verzilverd.

De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de vennootschap de omzetbelasting verschuldigd is op het moment van vooruitbetaling door de winnaar. Op dat moment is een voldoende nauwkeurig omschreven prestatie overeengekomen. De Hoge Raad oordeelt dat de veiling de bonnen verstrekt met het oog op de boeking of bestelling van de prestatie, en dat de winnaar recht heeft op uitvoering van de prestatie, ongeacht of hij dit recht daadwerkelijk uitoefent. Hierdoor blijft de ontvangen vergoeding belastbaar met omzetbelasting.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en bevestigt dat de inspecteur het verzoek om teruggaaf van omzetbelasting terecht heeft afgewezen.

Bron:Hoge Raad| jurisprudentie| ECLI:NL:HR:2025:335| 27-02-2025

Zonder aanmelding geen KOR

Zonder aanmelding geen KOR 800 533 AL Raad & Partners

Een kleine ondernemer doet geen aangifte btw. De inspecteur legt daarom een naheffingsaanslag omzetbelasting op. Gelijktijdig met de naheffingsaanslag legt de inspecteur een boete op wegens het niet betalen en een boete wegens het niet doen van aangifte. De ondernemer tekent hiertegen bezwaar aan, waarna de inspecteur de aanslag vermindert tot nihil en de boete wegens het niet betalen van omzetbelasting vernietigt. De inspecteur handhaaft de boete wegens het niet doen van aangifte.

De kleine ondernemer stelt beroep in tegen de boete wegens het niet doen van aangifte. Zij voert aan dat zij in het betreffende tijdvak meedeed aan de kleineondernemersregeling (KOR) en dat zij daardoor niet verplicht was om aangifte omzetbelasting te doen. Zij vindt dat de boete daarom onterecht aan haar is opgelegd.

De rechtbank is van oordeel dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de ondernemer aangifte omzetbelasting had moeten doen en dat zij dat niet gedaan heeft. De KOR wordt uitsluitend naar aanleiding van een verzoek van een belastingplichtige daartoe toegepast en de inspecteur stelt dat er bij de Belastingdienst geen verzoek van de ondernemer bekend is. Daarbij komt dat de inspecteur een brief heeft overgelegd waarin de ondernemer wordt gewezen op haar aangifteplicht. De ondernemer heeft daar niets tegenover gesteld anders dan de blote stelling dat zij meedeed aan de KOR. 

De verzuimboete is dan ook terecht aan de ondernemer opgelegd. De rechtbank overweegt verder dat een verzuimboete als prikkel dient om aan aangifteverplichtingen te voldoen en dat deze onafhankelijk is van de hoogte van het bedrag van de verschuldigde belasting. De rechtbank acht de verzuimboete dan ook passend en geboden.

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant| jurisprudentie| ECLI:NL:RBZWB:2025:668| 09-02-2025
  1. Algemeen

In deze privacyvoorwaarden wordt verstaan onder:

  • Algemene voorwaarden: de Algemene voorwaarden van Verwerker, die onverkort van toepassing zijn op iedere afspraak tussen Verwerker en Verantwoordelijke en van welke Algemene voorwaarden deze privacyvoorwaarden onlosmakelijk deel uitmaken.
  • Verwerker: de Vennootschap onder firma A&L Finance h/o AL Raad & Partners, statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan Multatulilaan 10 te Roosendaal en alle aan gelieerde entiteiten, waaronder maar niet uitsluitend, eveneens Opdrachtnemer.
  • Gegevens: de persoonsgegevens zoals omschreven in Annex 1.
  • Opdrachtgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan Opdrachtnemer opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden, eveneens Verantwoordelijke.
  • Opdrachtnemer: de Vennootschap onder firma A&L Finance h/o AL Raad & Partners, statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan Multatulilaan 10 4707 LZ te Roosendaal eveneens Verwerker.
  • Overeenkomst: elke afspraak tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer tot het verrichten van Werkzaamheden door Opdrachtnemer ten behoeve van de Opdrachtgever, conform het bepaalde in de opdrachtbevestiging.
  • Verantwoordelijke: de Opdrachtgever die als natuurlijk persoon of rechtspersoon aan de Opdrachtnemer, eveneens Verwerker, opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden.
  • Werkzaamheden: alle werkzaamheden waartoe opdracht is gegeven, of die door Opdrachtnemer uit anderen hoofde worden verricht. Het voorgaande geldt in de ruimste zin van het woord en omvat in ieder geval de werkzaamheden zoals vermeld in de opdrachtbevestiging.

 

  1. Toepasselijkheid privacyvoorwaarden
  • Deze privacyvoorwaarden zijn van toepassing op alle gegevens die in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst met Opdrachtgever door Opdrachtnemer worden verzameld voor Opdrachtgever, alsmede op alle uit de Overeenkomst voor Opdrachtnemer voortvloeiende Werkzaamheden en de in dat kader te verzamelen gegevens.
  • Verantwoordelijke is verantwoordelijk voor de verwerking van de Gegevens zoals omschreven in Annex 1.
  • Bij de uitvoering van de Overeenkomst verwerkt Verwerker bepaalde persoonsgegevens voor Verantwoordelijke.
  • Dit is een verwerkersovereenkomst is de zin van artikel 28 lid 3 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waarin de rechten en verplichtingen ten aanzien van de verwerking van de persoonsgegevens schriftelijk is geregeld, waaronder ten aanzien van de beveiliging. Deze verwerkersovereenkomst in ten opzichte van Verantwoordelijke bindend voor deze Verwerker.
  • Deze privacy-voorwaarden maken, net als de Algemene voorwaarden van Verwerker, onderdeel uit van de Overeenkomst en alle toekomstige overeenkomsten tussen partijen.

 

  1. Reikwijdte privacy-voorwaarden
  • Met het geven van de opdracht tot het verrichten van Werkzaamheden heeft Verantwoordelijke aan Verwerker de opdracht gegeven om de Gegevens te verwerken namens de Verantwoordelijke op de wijze zoals omschreven in Annex 1 in overeenstemming met de bepalingen van deze privacy-voorwaarden.
  • Verwerker verwerkt de Gegevens uitsluitend in overeenstemming met deze privacy-voorwaarden, met name met hetgeen is opgenomen in Annex 1. Verwerker bevestigt de Gegevens niet voor andere doeleinden te verwerken.
  • De zeggenschap over de Gegevens komt nooit bij Verwerker te rusten.
  • De Verantwoordelijke kan additionele, schriftelijke instructies aan Verwerker geven vanwege aanpassingen of wijzigingen in de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van bescherming van persoonsgegevens.
  • Verwerker verwerkt de Gegevens enkel in de Europese Economische Ruimte.

 

  1. Verplichting Verantwoordelijke
  • Verantwoordelijke treft de nodige maatregelen opdat persoonsgegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn en als zodanig ook aan Verwerker worden verstrekt.

 

  1. Geheimhouding
  • Verwerker en de personen die in dienst zijn van Verwerker dan wel werkzaamheden voor hem verrichten, voor zover deze personen toegang hebben tot persoonsgegevens, verwerken de Gegevens slechts in opdracht van Verantwoordelijke, behoudens afwijkende wettelijke verplichtingen.
  • Verwerker en de personen die in dienst zijn van Verwerker dan wel werkzaamheden voor hem verrichten, voor zover deze personen toegang hebben tot persoonsgegevens, zijn verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennis nemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit een taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

 

  1. Geen verdere verstrekking
  • Verwerker zal de gegevens niet delen met of verstrekken aan derden, tenzij Verwerker daartoe voorafgaande, schriftelijke toestemming of opdracht heeft verkregen van Verantwoordelijke of op grond van dwingendrechtelijke regelgeving daartoe verplicht is. Indien Verwerker op grond van dwingendrechtelijke regelgeving verplicht is om de Gegevens te delen met of te verstrekken aan derden, dan zal Verwerker de Verantwoordelijke hierover schriftelijk informeren, tenzij dit niet is toegestaan onder de genoemde regelgeving.

 

  1. Beveiligingsmaatregelen
  • Verwerker zal – rekening houdend met de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van bescherming van Gegevens, de stand van de techniek en de kosten van tenuitvoerlegging – technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen treffen om de Gegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald.
  • Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.
  • De gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

 

  1. Toezicht op naleving
  • Verwerker zal verantwoordelijke op diens verzoek en voor diens rekening inlichtingen verschaffen over de Verwerking van de Gegevens door Verwerker of Sub-verwerkers. Verwerker zal de gevraagde inlichtingen zo snel mogelijk verstrekken, doch uiterlijk binnen vijf werkdagen.
  • Verantwoordelijke heeft eenmaal per jaar en voor eigen rekening het recht om een door Verantwoordelijke en Verwerker gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke derde een inspectie te laten uitvoeren om te verifiëren of Verwerker de verplichtingen onder de AVG en deze verwerkersovereenkomst nakomt. Verwerker zal daaraan alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking verlenen. Verwerker heeft het recht om haar kosten die gepaard gaan met de inspectie in rekening te brengen bij Verantwoordelijke.
  • Verwerker zal in het kader van haar verplichting onder lid 1 van dit artikel aan Verantwoordelijke dan wel een daartoe door Verantwoordelijke ingeschakelde derde in ieder geval:

 

  • Alle relevante inlichtingen en documenten verstrekken;
  • Toegang verlenen tot alle relevante gebouwen, informatiesystemen en gegevens.

 

  • Verantwoordelijke en Verwerker zullen zo spoedig mogelijk na het gereedkomen van het rapport met elkaar in overleg treden om de eventuele risico’s en tekortkomingen te adresseren. Verwerker zal op kosten van Verantwoordelijke maatregelen nemen om de geconstateerde risico’s en tekortkomingen op een voor Verantwoordelijke acceptabel niveau te brengen respectievelijk op te heffen, tenzij partijen schriftelijk anders overeen zijn gekomen.

 

  1. Datalek
  • Zo spoedig mogelijk nadat Verwerker kennis neemt van een incident of datalek dat (mede) betrekking heeft of kan hebben op de Gegevens, stelt Verwerker Verantwoordelijke hiervan op de hoogte via de bij Verwerker bekende contactgegevens van Verantwoordelijke en zal Verwerker informatie verstrekken over: de aard van het incident of de datalek, de getroffen Gegevens, de vastgestelde en verwachte gevolgen van het incident of datalek op de Gegevens en de maatregelen die Verwerker heeft getroffen en zal treffen.
  • Verwerker zal Verantwoordelijke ondersteunen bij meldingen aan betrokkenen en/of autoriteiten.

 

  1. Sub-verwerkers
  • Indien Verwerker op grond van de Overeenkomst zijn verplichtingen mag uitbesteden aan derden, legt Verwerker aan de betreffende derde deze privacy-voorwaarden op, dan wel sluit Verwerker met deze sub-verwerker een (sub)verwerkersovereenkomst betreffende de verantwoordelijkheden en verplichtingen van de sub-verwerker.

  

  1. Medewerkingsplichten en rechten van betrokkenen
  • Verwerker zal Verantwoordelijke op verzoek medewerking verlenen in geval van een klacht, vraag of verzoek van een betrokkene, dan wel onderzoek of inspecties door de Autoriteit Persoonsgegevens.
  • Verwerker zal Verantwoordelijke op dienst verzoek en voor diens rekening bijstaand bij het uitvoeren van een gegevensbescherming-effectbeoordeling.
  • Als Verwerker rechtstreeks van een betrokken een verzoek om inzage, correctie of verwijdering van zijn of haar Gegevens ontvangt, informeert Verwerk Verantwoordelijke binnen twee werkdagen over de ontvangst van het verzoek. Verwerker voert zo snel mogelijk alle instructies uit die Verantwoordelijke schriftelijk aan Verwerker geeft als gevolg van zodanig verzoek van betrokkene. Verwerker treft de noodzakelijke passende technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan dergelijke instructies van Verantwoordelijke.
  • Indien instructies van Verantwoordelijke aan Verwerker strijd opleveren met enige wettelijke bepalingen omtrent gegevensbescherming, meldt Verwerker dit bij Verantwoordelijke.

 

  1.  Duur en beëindiging
  • Deze privacy-voorwaarden zijn geldig zolang Verwerker de opdracht heeft van Verantwoordelijke om Gegevens te verwerken op grond van de Overeenkomst tussen Verantwoordelijke en Verwerker. Zolang door Verwerker Werkzaamheden worden verricht ten behoeve van Verantwoordelijke zijn deze privacyvoorwaarden op deze relatie van toepassing.
  • Indien Verwerker op grond van een wettelijke bewaarplicht bepaalde gegevens en/of documenten, computerdisks of andere gegevensdragers waarop of waarin zich Gegevens bevinden gedurende een wettelijke termijn moet bewaren, dan zal Verwerker zorgdragen voor de vernietiging van deze gegevens of documenten, computerdisks of andere gegevensdragers binnen 4 weken na beëindiging van de wettelijke bewaarplicht.
  • Bij beëindiging van de Overeenkomst tussen Verantwoordelijke en Verwerker kan Verantwoordelijke aan Verwerker verzoeken om alle documenten, computerdisks en andere gegevensdragers, waarop of waarin zich gegevens bevinden, te retourneren aan Verantwoordelijke, voor rekening van Verantwoordelijke. In geval van retournering zal Verwerker de gegevens verstrekken in de vorm zoals bij Verwerker aanwezig.
  • Onverlet hetgeen voor het overige in dit artikel 12 is bepaald, zal Verwerker na beëindiging van de Overeenkomst geen Gegevens houden noch gebruiken.

 

  1. Nietigheid
  • Indien één of meerdere bepalingen uit deze privacyvoorwaarden nietig zijn of vernietigd worden, blijven de overige voorwaarden volledig van toepassing. Indien enige bepaling van deze privacyvoorwaarden niet rechtsgeldig is, zullen partijen over de inhoud van een nieuwe bepaling onderhandelen, welke bepaling de inhoud van de oorspronkelijke bepaling zo dicht mogelijk benaderd.

 

  1. Toepasselijk recht en forumkeuze
  • Op deze privacy-voorwaarden is Nederlands recht van toepassing.
  • Alle geschillen in verband met de privacyvoorwaarden of de uitvoering daarvan worden voorgelegd aan de bevoegde rechter bij de rechtbank Breda, behoudens voor zover dwingend rechtelijke competentieregels aan deze forumkeuze in de weg zouden staan.

 

ANNEX 1

GEGEVENS EN DOELEINDEN

 

PERSOONSGEGEVENS

 

De Verantwoordelijke laat de Verwerker de volgende persoonsgegevens door Verwerker verwerken in het kader van de opdracht, waaronder maar niet uitsluitend, kunnen vallen personeelsadministratie, loonadministratie, financiële verslaglegging:

 

  • Toegangs- of identificatiegegevens (bijvoorbeeld inlognaam / wachtwoord of klantnummer)
  • Naam (initialen, achternaam)
  • Telefoonnummer
  • E-mailadres
  • Geslacht, geboortedatum en/of leeftijd
  • Straat, huisnummer, postcode, woonplaats, land
  • Functie / beroep
  • Kenteken auto
  • Gegevens ID-bewijs (in verband met de Wwft)
  • Financiële gegevens, zowel zakelijk als privé
  • NAW-gegevens en BSN van personeelsleden van Verantwoordelijke

U bepaalt welke persoonsgegevens worden verwerkt en op welke wijze. U bent verantwoordelijk voor deze verwerking.

DOELEINDEN

 

De werkzaamheden waarvoor bovengenoemde Gegevens mogen worden verwerkt, uitsluitend indien noodzakelijk, zijn in ieder geval:

 

  • De werkzaamheden, te beschouwen als de primaire dienstverlening, in het kader waarvan Verantwoordelijke een opdracht heeft verstrekt aan Verwerker;
  • het onderhoud, waaronder updates en releases van het door Verwerker dan wel sub-verwerker aan Verantwoordelijke ter beschikking gestelde systeem;
  • het gegevens- en technische beheer, ook door een sub-verwerker;
  • de hosting, ook door een sub-verwerker.

 

 

CATEGORIEËN VAN BETROKKENEN

 

De persoonsgegevens die verwerkt worden hebben hoofdzakelijk betrekking op natuurlijke personen (betrokkenen) waaronder de medewerkers van Verantwoordelijke en natuurlijke personen die en relatie hebben met Verantwoordelijke (bijvoorbeeld klanten, toeleveranciers, leden, bezoekers, gasten, medewerkers, consumenten, burgers).

 

DERDEN

 

Wij schakelen onder andere deze derden (sub-verwerkers) in bij het uitvoeren van de onderliggende opdracht:

 

  • Onze systeembeheerder (Daemen-ICT)
  • Softwareleveranciers (zoals salarissoftwarepakket NMBRS en Loon van Loon salarissoftware B.V., rapportagesoftware UNIT4 Audition, financiële administratiestoftware Unit4 Accounting, Accountview en/of AFAS, aangiftesoftware AFAS Fiscaal insite alsmede scanprogramma’s Elvy en Basecone.

 

 

ANNEX 2

BEVEILIGINGSMAATREGELEN

 

 

BEVELIGINGSMAATREGELEN

 

De Verwerker heeft ter bescherming van de Persoonsgegevens tegen verlies of onrechtmatige Verwerking in ieder geval de volgende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen getroffen:

  • backup- en herstelprocedures;
  • beveiliging van netwerkverbindingen;
  • bevoegdheden zijn toegewezen aan een beperkt aantal personen die met de uitvoering van de verwerking zijn belast (inclusief een periodieke controle hierop);
  • geïmplementeerd beveiligingsbeleid (incl. periodieke controle en implementatie van

wijzigingen hierop);

  • geheimhoudingsverklaringen in arbeidscontracten;
  • indringeralarm;
  • logische toegangscontrole door middel van wachtwoorden en persoonlijke

toegangscodes;

  • logging en controle van toegang tot de persoonsgegevens;
  • sub-verwerkersovereenkomsten met derden;
  • veilige wijze voor het opslaan van gegevensbestanden.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als u doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.